Onverteerbaar roomijs en de hongerwinter

Bericht

Dit is weer een gastcolumn door Annabel.

Die zondagmiddag waren mijn ouders druk bezig geweest in de keuken. Ze hadden een verrassing gemaakt, we zouden het vanavond wel zien.

De verrassing kwam inderdaad die avond aan tafel: ze hadden zelf roomijs gemaakt (gewoon een kwestie van geslagen room door een bak ijs werken en daar vervolgens heel interessant over doen). Ik keek naar de kluit ijs op mijn bord en wist me er geen raad mee. Ik had anorexia in die tijd en besloot voor mijzelf: “Dit ga ik dus echt niet eten”. Mijn vader merkte dat ik niet at. De spanning liep op. Hij vond dat ik moest eten en ik vond van niet. “Ik lust het niet”, zei ik. Mijn vader liet zijn hoofd boven zijn bord zakken. “Hij gaat dooreten en verdwijnt naar de huiskamer” flitste door mijn hoofd. Maar nee. Hij begon zwaar te ademen, te snuiven, blies zich op, daar kwam het, hij schreeuwde met zijn lepel geheven boven mijn bord: “Welk kind vreet er nou g*** geen roomijs!” waarop hij met zo’n kracht met zijn lepel op mijn bord sloeg dat het in tweeën brak. De klodders van mijn inmiddels zacht geworden ijs vlogen door de lucht. Mijn vader beende weg richting huiskamer, naar zijn bank, ons ontredderd achterlatend. De silent treatment was weer voor mij.

Mijn moeder verklaarde deze reactie van mijn vader, evenals zijn obsessie met eten in het algemeen, vanuit het meegemaakt hebben van de hongerwinter.

Het meegemaakt hebben van de hongerwinter schepte overigens ook een band tussen mijn ouders, zij stelden zich superieur ten opzichte van ons op: “Jullie weten niet wat honger is, jullie hebben De Hongerwinter niet meegemaakt.” En dat minzaam lachend naar ons toe.

Zo’n laag gevoel van eigenwaarde hadden mijn ouders kennelijk , dat zij daar zelfs de hongerwinter voor inzetten.

Persoonlijk durf ik te stellen dat als een – overigens gezond – meisje zo sterk afvalt dat ze niet meer menstrueert en die toestand van ondergewicht dankzij dagelijkse inzet jaren weet vol te houden, ze wel degelijk weet wat honger is.

Ik verklaar de woede-aanval van mijn vader vanuit het narcisme. Mijn vader beschouwde zichzelf superieur aan anderen in ieder opzicht. Zo ook voor wat betreft zijn kwaliteiten in de keuken. Het niet willen eten van het ijs door mij werd door mijn vader de narcist dan ook uitgelegd als persoonlijke kritiek op hem (ik had hem natuurlijk de hemel in moeten prijzen en danken vanwege dit fantastische dessert) en dus als een aanslag op zijn imago.

Onverdraaglijk voor de narcist, niet te verteren.

Annabel

5 gedachten aan “Onverteerbaar roomijs en de hongerwinter”

  1. Dit roept een herinnering op.
    Ik was 7 of 8. Ik zie het nog steeds glashelder voor mij. Hoe zij hoog boven mij uittorend en tegen mij schreeuwt.
    Ik kijk omhoog, strak in haar ogen, uiterlijk onbewogen, innerlijk geschokt. Ik wou niet breken.
    “Ik wou dat je nóóit geboren was!!!”. “Moet je zien hoe je kijkt!! De duivel zit in je ogen!!! De duivel!!!”.
    Ik bleef haar strak aankijken. Ik ging op slot. Ze kreeg mij niet kapot op deze manier. Daar gebruikte ze mijn vader toen voor.
    “Doe jij dan ‘s een wat aan dat kind!!! Slappeling!!! Doe óók ‘s wat!!!!”.
    Mijn vader kwam. Sloeg mij recht met zijn vuist in mijn gezicht. Ik kon het niet geloven. Ik had een erge bloedneus.
    Ze liepen weg. En zo stond ik daar in de keuken, alleen.
    Daarna werd het donker en is mijn herinnering hieraan weg.

    1. Lieve Ge,
      Ik vind het zo erg dat je dit mee moest maken. En knap dat je de moed had om hier woorden aan te geven en dit te plaatsen. Ik hoop dat je weet dat je niet alleen bent. Ook ik voel me soms nog heel alleen, omdat ook ik als kind ervaringen had die veel mensen zich niet eens voor kunnen stellen. Het geweld van zo’n ouder, die dit gewoon maar over je uitstort. Alsof jij de verwerpelijke bent. En je bent nog maar klein, een kind nog. Net als Annabel, net als jij, had ook ik met dergelijk geweld te maken, net als vele anderen. Al die kinderen zijn inmiddels groot geworden, en worstelen zich door de nachten en dagen heen. Soms gaat het goed, soms een stuk minder. En terwijl ik dit schrijf, weet ik dat er op dit moment kinderen zijn, die door een vergelijkbare ervaring gaan.
      Heel veel sterkte, ik moet denken aan de titel van een boek: “ik omhels je met duizend armen”,
      Iris

      1. Lieve Iris,
        Nou moet ik huilen om jouw lieve reactie. Dank je wel!! En ook voor jou een denkbeeldige arm om je heen voor als je het moeilijk hebt.
        Ik weet verder even niet meer wat ik moet schrijven. De tranen blijven maar komen.
        Ge

  2. Beste Ge,
    Niet te geloven jouw herinnering die je naar aanleiding van mijn column beschrijft. Ik voel zo met je mee. Jouw herinnering roept bij mij de volgende herinnering op: ik ben een jaar of 13 en zit thuis op de trap. Gewoon even zitten en wat nadenken voor mezelf. Mijn moeder liep langs en werd helemaal hysterisch, met mijn vader, de narcist/psychopaat achter zich, ze gilde: “O dat kind, dat kind, kijk hoe ze daar zit, kijk hoe ze uit haar ogen kijkt, doe er wat aan, doe jij er dan wat aan, ze wordt net als x, gek word ik van dat kind!” Ik begreep er niets van, wat deed ik nou weer verkeerd?
    In de eerste plaats: ik zat alleen maar wat te denken; kennelijk werd mijn bestaan, het feit dat ik er alleen maar was, mijn moeder teveel. In de tweede plaats: ze zette mijn vader, de narcist/psychopaat in tegen mij. Tegen haar eigen kind! Terwijl zij zelf uiteraard uit eigen ervaring dondersgoed wist waartoe hij in staat was. Tot slot: beiden gingen ze er prat op mij – volstrekt willekeurig – te vergelijken met anderen: “Was je maar zoals die of die, o dat is pas een fijne dochter, o jij, jij eindigt in de goot” etc. Ik kan je vertellen dat ik altijd mijn best heb gedaan, gepresteerd heb, alles heb gedaan om het mijn ouders naar hun zin te maken en nooit, nooit was het goed en nooit was het genoeg.
    Annabel

    1. Annabel, ja hetzelfde he. Wat riep je nou op bij ze denk je dan? Waar verdiende je het aan? Je zult het nooit echt weten. Die haat was haat om wat wat zij niet hadden of waren verloren denk ik maar ik weet het nog steeds niet. Schoonheid, puurheid, onbevangenheid, levenslust, liefde, dat misschien. Ook dat vergelijken met anderen deed mijn moeder constant. Altijd negatief natuurlijk. En ze stelde zelf niets voor in de praktijk. Deed eigenlijk niets, leerde niets, had geen eigen mening. Alleen veel poeha en mooidoenerij naar de buitenwereld. Zum kotzen. Ik heb ook alles gedaan om het maar eens goed te krijgen. Ooit die liefde eens te krijgen. Het is nooit gelukt. Verspilde moeite en energie geweest. Annabel ik kan het van binnen ook niet echt geloven maar mensen als ik vinden jou een ongelofelijke kanjer. Ik weet hoeveel kracht en liefde ervoor nodig om is om hier niet aan onderdoor te gaan.
      Hou jij je ook haaks? Neem de liefde die jou echt gegeven wordt. Zoals hier bijvoorbeeld. Al is het in woorden van onbekenden. Ze zijn gemeend.
      Ge

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *