Dit is een gastcolumn van Reigerschap.
Inmiddels is het bijna zes jaar dat ik ben weggegaan bij mijn ex. Na een escalatie in een restaurant, werd hij zo agressief dat de politie tot twee keer aan de deur is geweest. Ik ben weggegaan met mijn toen nog piepjonge kind, mijn spullen door een verhuisbedrijf laten opslaan. Ik belandde bij mijn ouders.
Lichamelijk was ik niet in orde, geestelijk lag ik in scherven, en het baby’tje huilde schrikachtig bij ieder onverwacht geluid, iedere onverwachte beweging. In mijn eerste blog hier, op Het Verdwenen Zelf, beschreef ik hoe ik langzaamaan het narcisme van mijn ex niet meer kon ontkennen. Toch blijf ik het tot op de dag van vandaag moeilijk vinden om uit te leggen wat hij precies deed om mij onder de duim te houden. Onlogisch is dat niet: narcisten zijn meesters in manipulatie en rookgordijnen, en ze kiezen precies de plek om je onderuit te schoffelen daar waar je het kwetsbaarst bent. Eenmaal weg, werd wel duidelijk hoezeer ik gehersenspoeld was. Niets leek nog echt, ik was bang voor van alles en nog wat, mensen vertrouwde ik nauwelijks, en als ik goedheid ontmoette en die ook tot me doordrong, sloeg me dat volledig uit het lood.
De eerste tijd ging zitten in het allernoodzakelijkste: veiligheid creëren, een nieuwe bestaansbasis opbouwen. Ik vond nieuw werk, een nieuwe woning, hulp. Met lopende rechtszaken duurde het ruim drie jaar voor ik niet meer door de instanties telkens weer geconfronteerd werd met mijn ex. Inmiddels vier ik in gedachten ieder jaar de dag dat ik wegging: mijn persoonlijke bevrijdingsdag.
Toch is werkelijk bevrijden een proces dat nog steeds gaande is, en misschien ook wel de rest van mijn leven gaande zal blijven. Geen narcist heeft het recht een ander te mishandelen. Toch zijn er wel aspecten aan mijn gewoontes en neigingen, die me voor narcisten een aantrekkelijke kandidaat maken. De vader van mijn kind, is dan wel de akeligste op mijn pad (of had tenminste de beste kaarten me lang in zijn greep te houden), uiteindelijk was hij zeker niet de eerste. En dat doet je afvragen: Waarom? Waardoor?
De harde realiteit is: omdat ik graag voor anderen zorg, invul voor een ander, een achterliggende betekenis of rechtvaardiging vind voor gedrag, en dan het gedrag en zéker de uitwerking op mijzelf negeer. En de reden dat ik doe, heeft te maken met de eindeloos diepe angst uiteindelijk, zoals Summermoon dat in haar blog zo treffend formuleerde: voor niemand Iemand te zijn.
Beter Iemand voor een klootzak, dan niemand voor wie dan maar ook. Dat is een gevaarlijke uitgangssituatie.
Onder een ander pseudoniem heb ik geschreven over mijn familiegeschiedenis. Inmiddels heb ik meer narcisten in de familie geïdentificeerd. Ik weet dat het manipulatieve, passief-agressieve gedrag van mijn moeder aangeleerd is, opgegroeid als ze is bij een gewelddadige vader en theatrale moeder. En dat de enorme conflictvermijding door mijn vader, die opgroeide bij een openlijk narcistische moeder, de toxische kanten van de dynamiek tussen mijn ouders voedt. Ik heb van hen beiden actief aangeleerd gekregen conflicten koste wat het kost te vermijden. Om altijd maar te lezen tussen de regels door, te anticiperen, mijn eigen ideeën te verzwijgen en gevoelens te loochenen, om er maar voor te zorgen de lieve vrede niet te verstoren. Aanstoot geven kan dodelijk zijn. Enerzijds omdat zij dit zelf als overlevingsstrategie hadden aangeleerd, maar niet minder omdat ze zelf ook emotioneel mishandelden – al was dat echt geen dagelijkse praktijk.
Pas zeer recentelijk, toen mijn ouders stelden hun kinderen toch niet emotioneel klem gezet te hebben door te dreigen, heb ik hen verteld dat die perceptie niet juist is. Conflicten werden of niet uitgepraat, of er werd zó op je ingepraat en zoveel druk op je uitgeoefend, dat er geen andere manier was de ellende te beëindigen dan je volledig en onvoorwaardelijk Schuldig en Slecht te verklaren. Zodat mijn ouders over hun hart konden strijken.
Dan leer je je wel koest te houden. Geen aanstoot te geven. Onzichtbaar te zijn, blanco, zonder profiel, zonder gezicht.
Maar hoe kun je dan Iemand zijn?
Iemand zijn, kan alleen door ruimte in te nemen, jezelf een smoel te geven. Nee te zeggen. Voorkeuren te hebben. En ook: boos te mogen worden, razend ook. Af en toe onredelijk te mogen zijn. Lelijk te zijn. Moe. Slordig. Tekort te schieten. Te falen. Kwetsbaar te zijn. En te verlangen dat een ander jou als Iemand ziet, ook als je jezelf niet op je fraaist vindt.
Het is iets wat ik, ook na zes jaar, nog altijd niet goed kan. Wel bij vrienden, niet bij onbekenden, en een intieme relatie durf ik gewoonweg niet aan. Oefening baart kunst, houd ik mezelf voor, en vind dan steun in het Osho Zen Tarot Deck. Er is een kaart die “Moed” (Courage) heet. De beschrijving begint met: “Op de kaart is een kleine bloem te zien die de moeilijkheden van groeien op rotsen aangaat, op haar weg naar het zonlicht. Omgeven door een aura van goudgeel licht, toont ze haar koninklijke, kleine zelf. Ze voelt geen schaamte, weet zich de gelijke van de stralendste zon.”
De kaart moedigt aan om, ook op een rotsige ongelijke bodem, ook bij tegenslag en gevaar, te groeien. Dat vraagt moed; het ontkiemende plantje is zoveel kwetsbaarder dan het zaadje dat het ooit was. Maar het zaadje is niet bedoeld zaad te blijven, zoals wij niet bedoeld zijn ingekapseld te blijven. De kaart roept op moedig genoeg te zijn, te groeien tot de bloem die je in wezen bent.
Verlangen dat je gezien wordt als Iemand, in het licht te gaan staan, jezelf te tonen, met al je minnelijke kanten en eigenaardigheden, via je handelen en gedrag uit te stralen dat je liefde en waardering je toekomen, en wel op de manier die bij jou past – dat vergt moed.
Een deel van je omgeving zal het niet accepteren. Een deel zal je verwensen. Een deel verklaren dat je gek geworden bent. En een deel, mogelijk zelfs een flink deel, zal afhaken. Maar, daar komt ruimte voor terug. Ruimte voor jezelf, en, niet onbelangrijk, ruimte voor mensen die blij zijn met de zich ontvouwende bloem die je geworden bent en het aroma van authenticiteit dat je dan verspreidt.
Zes jaar verder, en ik ben er nog lang niet. Maar dat geeft niet. Sommige bloemen ontkiemen snel, anderen langzaam. En ook in de knop ben ik niet minder waardig dan de stralendste zon.
Meer gastcolumns van Reigerschap zijn hier te vinden.
11 reacties op “Het ontkiemende bloempje”
Prachtig verwoord!
Zelf ben ik alweer 11 jaar geleden gevlucht van een mediterraan eiland met mijn mooie zoontjes van toen 3 en 4 jaar jong en 2 koffers. De angst om t niet te overleven was afschuwelijk. Ook ik heb geleerd dat het gezin waar ik ben opgegroeid uit narcisten bestaat, ik vermijd ze zoveel mogelijk. Wanneer ik met ze in aanraking kom blijf ik mijn grenzen aangeven, dat is vermoeiend maar het werkt. Ik hoef aan niemand verantwoording af te leggen, sinds ik dat ook echt toepas en hardop zeg, ben ik heel trots. Mijn zonen zijn niet gehinderd door het narcistisch trauma en geven heel natuurlijk hun grenzen aan wanneer dat nodig is. Ze zeggen heel duidelijk nee, hebben daar geen schuldgevoel over en gaan door. Daar ben ik immens trots op. De ketting is verbroken en dat komt door mij. Ik weet hoe ik narcisten kan herkennen, toch blijft dat een zwakke plek. Dat is niet erg, ik geeft toe dat ik niet goed ben in een liefdesrelatie; ik ben er ook niet naar op zoek. Ik kan prima alleen zijn, ik ben goed genoeg. Ik geniet van de rust, de veiligheid. Geen drama’s om niets en vooral heel veel liefde in ons hecht en klein gezin. Ik leer nog iedere dag en dat is heerlijk!
Wij zijn die mensen die de ketting durven te doorbreken; wij zijn de moedigste op deze aardbol.
Liefs, Minou
Wauw!! Reigerschap wat een prachtige column dank je wel!
Je schrijft dingen waar ik momenteel ook mee bezig ben. Het fenomeen “ruimte innemen”. Dat leer ik nu ook. Ik ben net begonnen, maar wat je schrijft, geeft me heel veel moed. Want ik sta er niet alleen voor. Maar we hebben nooit geleerd om onze ruimte in te nemen en te gaan staan voor wie we zijn.
Sterker nog: in mijn geval ben ik nu pas bezig om te ontdekken wie ik ben. En dat begint met dat je je ruimte mag innemen, dat je boos mag zijn, dat je je ongenoegen mag uiten. Maar ook dat je spontaan en blij kunt zijn, zonder bang te hoeven zijn dat iemand daar misbruik van maakt.
En dat is lastig en ook angstig. Momenteel ontdek ik ook dat mensen het niet gewend zijn, dat ik ook een eigen mening heb en die ook uit. En inderdaad is de reactie vaak verbazing of in het uiterste geval eentje van stilte en afhaken. Maar ik leer nu dat die mensen bij mijn oude leven hoorden en dat ik het eigenlijk helemaal niet zo erg vindt dat “de afhakers” er ook zijn. Eerlijk gezegd merk ik nu dat ik dat helemaal niet zo erg vindt.
En ja, dan ontstaat er ruimte. Ruimte voor wie we zelf zijn en ruimte voor mensen die daar op in kunnen haken. En zo kun je in contact met die mensen nog meer jezelf zijn. En zo veranderen we als mens in de persoon die we onderweg door het (verborgen) narcisme zijn kwijtgeraakt.
Je refereerde aan: “Niemand meer voor Iemand te zijn”. Maar intussen leer ik dat ik “Iemand voor Mezelf” mag zijn. Dat ik mijn eigen held mag zijn in plaats van de held buiten mezelf te laten omdat dat veiliger voelt.
Moed is er nodig voor dit proces. Dat schrijf jij ook. En ik wil je nogmaals heel erg bedanken voor je column.
Take care,
SummerMoon
Bij bepaalde boxscholen zijn er specifieke lessen waar je kunt leren weerbaar te worden én ruimte in te nemen. Erg letterlijk en fysiek dus, maar een vertaalslag naar de psychische ruimte lijkt me een volkomen logische en natuurlijke vervolgstap.
Hoi Summermoon,
Dankjewel voor je steunende woorden. Het was het zinnetje uit jouw blog dat hevig bij mij resoneerde; het is zó herkenbaar.
Het nare is, vind ik vooral, dat hoewel ik echt uit de greep van mijn ex ben, hij geen noemenswaardige rol in mijn leven heeft, ik met narcisme en vooral: de gevolgen van narcisme alles behalve klaar ben.
Op goede dagen, als de zon schijnt en ik de wind in de rug heb, voel ik me op wolkjes, en ben intens trots op hetgeen ik de afgelopen jaren heb klaargespeeld en bereikt. Maar er zijn nog zoveel situaties waarin ik niet goed mijn grenzen bewaak, pas te laat door heb dat iets fout zit en waarom het fout zit, pas na anderhalve dag vaststel dat iets me bóós gemaakt heeft… Soms voel ik me net een boksbal; alles lijkt maar op me in te mogen hakken en houwen, terwijl ik maar netjes binnen de lijntjes moet blijven kleuren. Het was ten tijde van de rechtszaak zo (vooral in het contact met de Raad!), het was ten tijde van de relatie met mijn ex zo, het is in de interactie met bepaalde familieleden nog altijd zo. Een deel voelt zich namelijk door mij benadeeld, omdat de ellende van drie jaar rechtzaak zo zeer de stemming in de familie bepaalde. ‘Met Reigerschap is altijd wel wat, misschien is er toch iets loos met haar.’ Enerzijds medelijden, anderzijds afkeuring. Het doet geweldig pijn. En dat dat boos maakt, meer dan proportioneel naar de individuele situatie wellicht, is een teken hoe diep de sporen zijn. Het triggert. En ik heb er zo ontzettend géén zin meer in altijd maar begripvol en vergevingsgezind te zijn, maar weer ‘over mezelf heen te stappen’. Ik hoop maar dat dat betekent dat het ontluikende knopje op barsten staat…
Liefs,
Reigerschap
Ja wat je schrijft klopt “enerzijds medelijden en anderzijds afkeuring”.
Voor mensen is het erg moeilijk om stelling te nemen in een scheidingssituatie.
Met de vinger wordt je nagewezen, anderen steunen je.
Hij was/is toch zo’n leuke vent met wie ze konden lachen/borrel drinken etc.
Gelukkig hebben we ook goede momenten en zijn we trots op wat we hebben bereikt, maar het blijft een eenzame weg.
Veel sterkte!
Liefs!
Merel (72)
Hoi Merel,
Oh, maar mijn hele familie vindt mijn ex een creep, hoor! Daarin zijn ze heel uitgesproken. Het probleem zit hem in het pad van herstel erna. De angst, de PTSS-symptomen, de radeloosheid en stuurloosheid in het begin, de overbelasting bij de gehele situatie – terwijl, ik héb nogal wat ballen in de lucht te houden, als alleenstaand ouder, in een vreemde omgeving, zonder wezenlijk netwerk (waarover ik om privacyredenen niet specifieker kan worden). Ik werk 36 uur in de week, en doe alles alleen. Natuurlijk overloopt het me dan wel eens. Maar dát wordt dan toch wantrouwig bekeken: er is ook altijd wat met haar. Enkelen hebben zich daar een keer in grove bewoordingen over uitgelaten. En het is extreem pijnlijk als het gebeurt, juist door de mensen van wie je op begrip en steun hoopt. Me daar telkens weer overheen zetten, want, als puntje bij paaltje komt, kan het zijn dat ik ze toch nodig heb (al is het maar omdat ik, zoals eenieder, ook door een auto aangereden kan worden en dan in het ziekenhuis beland).
Al die dingen maken dat ik me af en toe een boksbal voel: het lot en mensen mogen op me inhouwen, en ik moet maar dankbaar binnen de lijntjes blijven kleuren. Natuurlijk, iedereen heeft het druk, iedereen heeft zijn eigen sores. En dan komt de riedel weer: ik krijg te horen dat ik te weinig oog heb voor anderen, vooral heel erg met mijzelf bezig ben, en mijn eigen pakketje niet zou kunnen of willen relativeren. En dus ga ik twijfelen: ben ik dan toch gek? Heb ik dan toch een stoornis? Moet ik me dan toch niet hoognodig ‘gaan gedragen’?
En zo stopt het nooit.
Liefs,
Reigerschap
Reigerschap,
Dank je wel voor je antwoord. Het is zo bizar herkenbaar, dat je het gevoel hebt een “speelbal” te zijn.
Maar kan het zijn dat het ook iets zegt over het pad dat we gaan? Ik ben inmiddels veel bewuster aan het worden. Daar hoort ook bij, omdat ik de uitingsvormen die bij narcisme horen steeds beter herken, dat ik nu zie hóe sommigen denken me te kunnen behandelen. Dat ze vinden dat ze alles maar tegen me kunnen zeggen. Maar IK ben degene die aan het veranderen is. En ik ben nu ook degene die daar nu steeds beter naar durft te handelen.
En ik denk dat die mensen er altijd al geweest zijn en er ook altijd zullen zijn.
Maar de manier waarop wij er nu mee omgaan, die veranderd. En daar is niks mis mee. Want zo komen we steeds meer bij onszelf thuis.
Take care 🙂
SummerMoon
Dank voor je bemoedigende woorden. Je kan echt trots op je zelf zijn. Sterk ben je!
‘Beter Iemand voor een klootzak, dan niemand voor wie dan maar ook.’
Wat een rake zin. Als je niet (voldoende) hebt kunnen oefenen om een ‘Iemand’ te zijn.. kun je dit soort situaties krijgen idd. Heel herkenbaar en een gevaarlijk uitgangspunt idd.
Het vergt heel veel moed om toch iedere keer, iets te ondernemen wat je daarin zelf nodig acht of toch ook ‘goed’ voelt voor later de beloning en het voelen dat het idd. goed was.
Ik heb ook de kaarten van Osho en herken de omschrijving. Sterkte!
Reigerschap,
Je bent niet gek, je hebt geen stoornis, en je moet je ook niet ‘gaan gedragen’. Nee! Ik las je column – zoals altijd – met zoveel aandacht en herkenning. Je bent, zoals de meesten van ons, heel intelligent, heel gevoelig, en een ontzettend waardevol mens. Alleen al door zo’n column te schrijven, waarop Summermoon dan weer reageert, ook enorm waardevol (dank je Summermoon!), de dienst die je veel mensen hier daarmee bewijst, de hulp die je ermee biedt, goeie help, dat is al zo veel. Je gaat de dingen aan. En het is zwaar. En toch blijf je ze aangaan. Je verdient enorm veel respect. Het is zo’n groot proces, waar we mee bezig zijn!
Probeer jezelf niet naar beneden te halen met die vragen die je op het eind van je reactie hierboven stelt. Al herken ik het ook wel. Maar de vragen zijn onterecht. Probeer te waarderen hoe hard je werkt, het is niet normaal soms hoe wij moeten vechten. Zet die twijfels uit je hoofd!
Liefs, een goed weekend, en wees trots op jezelf!!
Lonne
Lieve allemaal,
We zijn strijders en knokken allemaal om onszelf weer terug te vinden. En geweldig is het om te lezen, dat we elkaar steunen en met woorden inspireren om door te gaan. Want als de ander die weg is gegaan, kunnen we ook het licht op zoeken en er gaan staan.
Take care,
SummerMoon