Het probleem moest toch in mij zitten?

Dit is een gastcolumn van Emma.

Het is intussen tweeënhalf jaar geleden dat ik terecht kwam bij een psychologe die eindelijk alle puzzelstukjes in elkaar kon passen. Ik herinner me nog hoe ik een anekdote aan het vertellen was over een nabij familielid, tot ze plots naar voren schoof op haar stoel en fronsend uitriep: “Maar… dat klinkt als een narcist!” Op dat moment hadden die woorden weinig impact op mij. Ik kende de term wel, en ik dacht dat ik wist wat die inhield. Na zoveel jaren tevergeefs zoeken naar oorzaken, oplossingen, na zoveel verschillende psychologen – één keer een psychiater – verwachtte ik geen plotse ommekeer meer van eender welke diagnose. Laat staan van zo’n schijnbaar eenvoudig woord als “narcist”, met als definitie in de Van Dale “iemand die een ziekelijke liefde voor zichzelf voelt”.

Op de middelbare school hadden we ooit wel de mythe van Narcissus bestudeerd. Narcissus werd verliefd op zijn spiegelbeeld, en moest het met de dood bekopen. Eerlijk gezegd had ik medelijden met dat personage. Ik vond het erg wreed dat iemand gestraft werd om zijn eigen naïviteit en onvermogen om lief te hebben. Narcisme leek me dan ook niet echt iets dat schadelijk kon zijn naar andere toe. Alles draaide om de narcist, het leek vooral iets dat naar binnen was gericht en zich weinig aantrok van de wereld buiten.

Niets blijkt dus minder waar. Ik besefte op dat moment ook helemaal nog niet wat de invloed van zo’n “onschuldig, naïef onvermogen om anderen lief te hebben” reeds op mijn eigen leven was geweest. Toen ik tien jaar geleden – eindelijk – het huis uitging om te gaan studeren, liep het allesbehalve op rolletjes. Jarenlang had ik ernaar uitgekeken om vrij te zijn van de voortdurende oorlogsvoering tussen mijn ouders en hun constante controle. Maar ik was depressiever dan ooit, had hevige angstaanvallen, instabiele relaties die altijd in drama uitmondden, enorme verlatingsangst, verlammende faalangst, verstikkende schuldgevoelens, was suïcidaal en koesterde een vernietigende zelfhaat. Het is me nog steeds een raadsel hoe ik die periode heb overleefd, en hoe ik erin slaagde de eigenlijke ernst van de situatie voor het grootste deel van mijn omgeving verborgen te houden.

Op de verplichte medische controle van de universiteit viel ik door de mand en ik belandde bij een psychiater. Daarna bij een hypnosetherapeut, meerdere psychologen en één of andere energetische kwakzalver waar mijn ouders me heen hadden gestuurd. Er waren verschillende diagnoses: van een “eenvoudig serotoninetekort” over hoogsensitiviteit tot bordeline-persoonlijkheidsstoornis. En meerde therapieën. Maar niets hielp.

Toen dus de laatste psychologe tweeënhalf jaar geleden het woord “narcist” uitsprak, besefte ik niet wat dat voor mij zou betekenen. Maar al snel volgde het woord “trauma”. Ook dat was een begrip waarvan ik dacht de betekenis te kennen, en ik wist dat – zoals mij vaak was toegesnauwd – ik een geluksvogel was zonder traumatiserende, erge gebeurtenissen in mijn leven. Ik had altijd het voorrecht gehad in materieel, emotioneel en fysiek perfecte omstandigheden te zijn opgegroeid. Dus het probleem moest ergens in mijzelf gesitueerd zijn.

Naast de enorm constructieve therapiesessies die mij zoveel vooruit hielpen – en nog steeds helpen – gaf de psychologe mij ook vaak leestips mee naar huis. Eén daarvan was Iris Koops’ boek “Herstellen van narcistische mishandeling.” Ik bestelde het meteen. Toen ik het begon te lezen was ik helemaal in shock. Ik herinner me nog hoe mijn handen trilden van emotie. Het was alsof het boek speciaal voor mij en over mij was geschreven. Eindelijk had ik een verhaal waarin ik het mijne kon plaatsen. Zoveel gebeurtenissen in mijn gezin, en later in een destructieve relatie, zag ik eindelijk vanuit een heel andere gezichtspunt. Eindelijk had ik het gevoel dat ik niet alleen was in mijn ervaringen, en begon ik inzicht te krijgen in de handelingen van de personen die mij het leven zo moeilijk hadden gemaakt. En – het belangrijkste – eindelijk begon ik te beseffen dat ik zelf geen slecht mens was, maar door ongelukkige omstandigheden het slachtoffer was geweest van praktijken die niemand verdiende. Het is moeilijk om zoiets meteen ook emotioneel te voelen, en helen van een complex trauma duurt lang en vraagt veel inspanning. Maar het inzicht in de hersenspoeling en het abnormaal gedrag heeft mij gigantische stappen vooruit laten zetten. Ook het tweede boek van Iris, “Je leven in eigen hand”, heeft mij enorm geholpen. Eindelijk durfde ik afstand nemen van een schadelijke situatie, omdat ik eindelijk het mechanisme aan het werk kon zien, in mezelf en in de ander. Eindelijk kon ik andere beslissingen nemen, die niet op schuldgevoelens waren gebaseerd.

Maar het is geen gemakkelijke weg. Soms – zelfs nu nog – begin ik terug te twijfelen, kruipt de narcist terug in mijn hoofd. Wat daarbij heel schadelijk is geweest voor mij, is sommige makkelijk te vergaren informatie over narcisme die ik op het internet vond. Er is online heel veel te vinden, over allerlei persoonlijkheidsstoornissen, maar bronnen zijn niet altijd even betrouwbaar. Zo stuitte ik onder meer een keer op een artikel over openlijk en verborgen narcisme. Na het lezen was ik er volledig van overtuigd dat ik een verborgen narcist was, dat het allemaal mijn eigen schuld was en dat ik al heel mijn leven de slachtofferrol had opgeëist om andermans aandacht te krijgen. Informatie kan enorm veel helpen, maar verkeerde informatie op het verkeerde moment – en natuurlijk ook verkeerd geïnterpreteerde informatie – of informatie zonder de gepaste omkadering kan even goed enorm schadelijk zijn. We leven in een tijd waarin alles kant-en-klaar voor het grijpen ligt, waar we alles zelf kunnen en weten zolang we het kunnen googelen. Ik vind dat de waarde van echte expertise, van een begeleidend leraar, van jarenlang opgebouwde kennis en gegrond onderzoek soms wordt onderschat. We kunnen niet alles zelf. Het is onmogelijk om in één mensenleven alles zelf te ontdekken. Daarom denk ik dat naast alle zelfhulpmiddelen psychotherapie nog steeds onvervangbaar blijft. En dat naast alle versnipperde kant-en-klare informatie op het internet, professioneel verantwoorde boeken zoals die van Iris Koops van onschatbare waarde zijn.

Ik ben Iris erg dankbaar voor haar schrijven, en ik hoop dat haar boeken veel andere mensen evenveel kunnen inspireren als ze dat bij mij hebben gedaan. Dank je wel, Iris, voor je research en al je inspanningen! Men zegt “kennis is macht”, en in dit geval vooral: “kennis is vrijheid”.

3 reacties op “Het probleem moest toch in mij zitten?

  1. Dit is zo herkenbaar.
    Mijn kameraad is psychotherapeut en zei op een gegeven moment, toen ik mijn verhaal had gedaan, dat lijkt heel veel op narcisme. Nooit van gehoord en toen Het Verdwenen Zelf gelezen en wow, alles klopte, terwijl ik overal de schuld van kreeg. Wat een confrontatie was dat en wat een opluchting.
    Ik ben na 28 jaar gescheiden en ik ben mijn kameraad heel dankbaar.
    Ik ben nu weer mezelf.

  2. Het is herkenbaar. Doordat ik ook in mijn jeugd en erna in opleiding en werk wel goede mensen op mijn pad had, kreeg ik pas rond mijn 60e de beide geweldige boeken van Iris Koops op mijn pad. Mijn hele leven heb ik achteraf met narcisme pad te maken gehad. Daarom ben ik geworden wie ik ben, snapte ik toen.
    Twee jaar later las ik van José Al, Het Bevuilde Nest. Toen besefte ik dat ik door die narcisme ook met trauma te maken had gehad. Steeds weer Lichtpuntjes zoeken en Genieten van Kleine dingen…..

  3. Dankjewel Emma voor het delen van je verhaal.

    Het is heel herkenbaar. Vooral de neiging tot bagatelliseren blijft inderdaad af en toe de kop opsteken. Zo erg was het toch niet? Ik heb toch niet een groot duidelijk aanwijsbaar trauma meegemaakt? Nee, dat niet, maar al die kleine dingen bij elkaar de hele dag door… dat ik als kind door het huis heen sloop om maar niet de aandacht te trekken, continue op alert stand. En als dat niet lukte en ik had een weerwoord dan moest ik vooral mijn eigen zintuigen niet geloven, want die vertelden niet de waarheid, werd mij verteld. Het nooit ‘goed’ kunnen doen. Zo werd in mijn geval alle mogelijkheden en tools om op mijn eigen intuïtie te vertrouwen steeds verder afgebroken.

    Uiteindelijk stond ook ik op eigen benen, maar ik was een schim van mijzelf. De psycholoog zei in die tijd tegen mij, dat ik vooral de behoefte had om te ‘zeuren’. Hij herkende niet wat er speelde en legde het probleem wederom bij mij neer.

    Pas na een destructieve relatie gingen mijn ogen open en ben ik verder gaan zoeken. Ik kwam de boeken van Iris Koops op het spoor. Wat een herkenning. Toen kon het helen beginnen.

    Ook je advies over de waarde van echte expertise hwb je mooi verwoord. Dus nogmaals dank voor je column. Het lezen ervan heeft mij ondersteund.

Geef een reactie

Alleen de voornaam of een pseudoniem wordt bij plaatsing gebruikt. Het e-mailadres wordt niet getoond in de reacties.

Bij het plaatsen van een reactie ga je akkoord met de richtlijnen. Op basis hiervan worden de berichten ook gemodereerd. Het kan daardoor enige tijd duren voor je reactie zichtbaar is op de website. Stichting Het Verdwenen Zelf behoudt zich het recht voor om reacties aan te passen of niet te plaatsen.

Wil je automatisch op de hoogte gehouden worden als we een nieuw bericht plaatsen? laat dan je naam en e-mail adres achter via dit formulier.