Dit is een gastcolumn van Sophia.
Als je diep in mijn hart keek, wilde ik het liefste alles negeren. En feitelijk was dat heel makkelijk. Ik voegde me bij mijn moeder en broer en deed net of er niets aan de hand was. We noemen hem “pappa” en heffen het glas om hem te gedenken en te vieren.
Mijn broer, de “boy wonder”, die uitermate goed gelukt is en ik, de excentriekeling van wie het leven niet zo geworden is als we gehoopt hadden. Maar ik ben creatief, intelligent en ik sta er als het nodig is als oudste dochter.
Maar dan, (als ik alles negeer) zal uiteindelijk mijn aller,- allergrootste angst waarheid worden: mijn angst om te verdwijnen. En dan sterf ik. De drang om te leven, werkelijk te leven, is te groot. En daarom zal ik hier doorheen moeten. Door deze chaos en puinhoop. Door de angst, twijfel, schaamte en het gevoel me intens vies te voelen.
Ik had een ex-man die narcistische trekken had en ik heb paar jaren geleden gebroken met een van mijn vriendinnen die (tot mijn afschuw en walging) precies in de omschrijving van narcisme past. En ik vermoedde dat mijn beide ouders narcistisch zijn. Vader was het in ieder geval (hij is inmiddels overleden). Moeder leefde volkomen in haar eigen wereld, waarin ik een rol speelde. Soms als figurant, soms was ik gewoon een decorstuk. Ik voelde me vaak een hologram, een projectie van wie zij wenste dat ik ben.
Nooit heb ik de gedachte tot me door laten dringen dat de oorsprong van de problemen bij hen zou liggen. Altijd ging ik ervan uit dat het allemaal volledig aan mij lag, dat ik alles verkeerd deed, begreep. Dat ik het niet snapte. Ik voelde me mislukt en verantwoordelijk zowel voor het mislukken van mijn leven en het niet kunnen zijn wie ik geacht word te zijn. Kortom, ik voel me constant schuldig voor wie ik ben en wat ik doe/heb: van mijn te vroeg geboren zijn tot het hebben van ADHD.
Wel had ik altijd een vaag gevoel dat er iets niet klopte maar ik was toch nooit geslagen, vergeten in de supermarkt of opgesloten in een kast?? Het was een vreemde gewaarwording twee weken voor zijn dood te ontdekken dat de term narcisme op mijn vader van toepassing was. Soms ben ik benieuwd hoe het tussen ons gegaan zou zijn als hij nog geleefd had. Ik “gedoogde” hem sinds 2015.
Maar ik ben heel blij dat hij dood is (eerste keer dat ik dit durf te zeggen / denken/ schrijven). Omdat ik weet dat ik mijn ouders samen niet had aangekund. Moeder hoop ik wel aan te kunnen. Ik wil haar niet ook “gedogen”, ik wil niet weer degene zijn die een stap opzijzet maar ik wil haar zover krijgen dat zij afstand van mij gaat nemen.
Ik voel een diepe wens om thuis te komen bij mezelf. Sinds een aantal jaar werk ik hard om deze wens op alle fronten van het leven werkelijkheid te laten worden en ik ben al een heel eind op dreef. Even dacht ik dat ik met de diagnose ADHD (op 48-jarige leeftijd) helemaal “thuis bij mezelf” was gekomen. Maar het wroet en het knaagt. Die diagnose is in ieder geval onvolledig of misschien zelfs helemaal foutief. Mijn medisch dossier en mijn leven is niet compleet zonder de volledige erkenning – en dan vooral door mijzelf – van de verwoesting die structureel is aangericht.
In de openbaarheid komen met deze tekst was de eerste stap die ik zette in die richting. De naam van deze website vind ik erg treffend. En ook de foto met dat plantje spreekt me aan. Gek dat ik jaren met de angst heb rondgelopen te verdwijnen en dit maar niet kon duiden.