Dit is een gastcolumn van Diana. Mijn ouders waren twee jaar gescheiden, toen mijn moeder deze man leerde kennen. Ze dacht een lot uit de loterij getroffen te hebben. Hij overlaadde haar met aandacht en prachtige woorden, kocht mooie kleding voor haar, nam haar mee uit en beloofde haar een geweldige toekomst. Ze zou niet langer die gescheiden vrouw zijn, wat ze vreselijk vond, maar ze zou weer onderdeel zijn van een “gewoon” gezin. Hij voelde feilloos aan waar ze behoefte aan had en voedde haar verlangens.
Er stond nog wel iets in de weg van al dit moois en dat waren mijn broertje en ik. Mijn stiefvader wilde alleen mijn moeder en zat helemaal niet te wachten op ons als onderdeel van dat gezin. Mijn broertje was zes en die vond hij nog wel schattig, maar aan mij, ik was tien, had hij direct een hekel.
Achteraf weet ik dat dat kwam, omdat mijn moeder en ik heel close waren geworden na de scheiding van mijn vader. Hij wilde de aandacht van mijn moeder helemaal niet delen met mij. Hij wilde mijn moeder compleet voor zichzelf en vooral ik stond daarbij in de weg.
Toen dacht ik dat het mijn eigen schuld was dat hij me niet lief vond.
Dat werd namelijk dagelijks gezegd. Elk woord uit mijn mond kon het verkeerde woord zijn. Elke stap die ik zette was de verkeerde stap. En dit werd steeds breed uitgemeten. Alles wat ik deed was verkeerd. Ik was egoïstisch, vroeg teveel aandacht, was te druk, te aanwezig. Hij kon op zo’n manier op mijn moeder inpraten, dat zij hem begon te geloven. Er kwamen steeds meer regeltjes waar ik me aan moest houden. Na school direct door naar boven, geen gedag zeggen, want dan stoorde ik hem en daar werd hij overspannen van. Geen licht of verwarming aan op de slaapkamer, want dat kost geld, dus ik zat middagen lang in de kou. Er werd uitgerekend hoe duur mijn konijntje was in een jaar, waarna ik het alleen op de fiets naar de kinderboerderij moest brengen. Mijn broertje en ik mochten niet meer bij elkaar op de slaapkamer komen. Ik mocht niet meer alleen met mijn moeder iets doen of met haar praten zonder zijn aanwezigheid. Het werd steeds extremer. En hij was er ook altijd, omdat hij niet werkte en een uitkering had, dus hij zag alles. Hij wist ook alles zo te draaien dat alles wat ik deed ook echt verkeerd leek. Of hij bleef maar praten en praten, waardoor je op een gegeven moment niet eens meer wist waar het om ging. Hij manipuleerde mijn moeder, die de eerste twee jaar niet inzag waar hij mee bezig was en ook niet voor me opkwam. Zij bleef maar geloven in het mooie sprookje, waarin we uiteindelijk een gelukkig gezin zouden zijn.
En ik bleef geloven dat alles beter zou worden, als ik maar zou veranderen.
Toen ik naar de middelbare school ging, verhuisden we. Zijn negatieve aandacht was ondertussen niet meer alleen op mij gericht, maar ook mijn moeder en broertje waren niet meer veilig voor hem. Kwam mijn moeder soms heel voorzichtig voor me op, dan was er dagenlang ruzie, totdat we allemaal uitgeput waren. Hij begon haar in die ruzies ook te mishandelen. We waren ondertussen al helemaal geïsoleerd. Van elkaar, maar ook van de mensen om ons heen. Familie en vrienden waren afgehaakt, doordat hij er ruzie mee had gemaakt. Mijn enige veilige haven was school en mijn vriendinnen. Daar ging ik graag heen, want daar was het veilig.
Thuis was het op eieren lopen, elke dag weer. Ik was de hele dag bezig met wat ik wel moest doen, of misschien juist niet, om er maar zeker van te zijn dat ik het juiste deed. Maar hij was onvoorspelbaar. Dat wat gisteren goed was, kon ook zomaar vandaag verkeerd zijn. Er hing een constante dreiging. Ik probeerde zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Emoties mocht ik niet tonen, want daar volgde straf op of ik werd dagenlang genegeerd. Ik was op een gegeven moment een kei in het verbergen van mijn gevoelens. Urenlange preken, waarin werd opgesomd wat er allemaal aan me mankeerde, hoorde ik aan, maar ik probeerde mijzelf af te sluiten en te doen alsof ik er niet was, alsof ik ergens anders was. Naast de psychische mishandelingen kwam ook nog seksueel misbruik voor. Mijn stiefvader vond dat hij samen met mij moest douchen en gaf me daar dan “seksuele voorlichting”. Dat wilde ik natuurlijk niet, maar het had ook een positief effect. Daarna was hij een dag of wat aardig tegen me. Ik heb me nooit verzet, maar liet het gebeuren. Daar heb ik me later wel eens schuldig over gevoeld. Maar ik weet ook dat er helemaal geen ruimte meer was voor verzet. We waren allemaal net marionetten, waarvan mijn stiefvader de touwtjes in handen had.
Ik heb nooit hulp gezocht. Sterker nog, het is niet eens in mijn hoofd opgekomen. Op een gegeven moment accepteer je dat de situatie is zoals die is en leef je zo goed mogelijk je leven. Ik praatte er niet over met vriendinnen, ik vertelde niets op school. Bovendien was ons ingeprent dat we onder geen beding “de vuile was” buiten mochten hangen.
Gek genoeg zocht hij op een gegeven moment zelf wel hulp. We moesten ineens naar een maatschappelijk werker, om te praten. De ruzies thuis kwamen namelijk in zijn ogen allemaal door mij, dus was er hulp nodig om mij te laten veranderen. Eén keer heb ik daar voorzichtig iets verteld, maar dit kwam weer bij mijn stiefvader terug, waarna ik gigantisch op mijn kop kreeg. Ik mocht best wat vertellen volgens hem, maar dan wel de waarheid. En de waarheid was zijn waarheid. Wat ik daar zei, waren allemaal leugens, want het lag niet aan hem, het lag aan mij. De hulpverlener pakte hij helemaal in met zijn mooie woorden. Mij werd door deze hulpverlener verteld dat ik toch echt wat beter mijn best moest doen om te veranderen, want mijn stiefvader deed echt zijn best en bedoelde het allemaal zo goed. Ik heb daar nooit meer iets gezegd over de situatie bij ons thuis.
Als de ruzies uit de hand liepen, en dat was voornamelijk ’s avonds laat of ’s nachts, dan belde de buren soms de politie. De politie kwam dan en praatte even met mijn moeder en stiefvader. Ze vroegen aan mijn moeder, in het bijzijn van mijn stiefvader, of ze door hem werd geslagen. Alleen al zijn aanwezigheid was voldoende om zoveel angst aan te jagen, dat mijn moeder dit altijd heeft ontkend. En daarna gingen de agenten weer. Wij als kinderen zaten dan doodsbang op onze slaapkamers en hebben nooit een politieagent gezien die aan ons vroeg hoe het ging.
Eén keer kregen we bezoek van iemand van de kinderbescherming. Er was melding gedaan over mijn broertje. Ook weer in het bijzijn van mijn stiefvader, werd aan mijn broertje gevraagd hoe de situatie bij ons thuis was. Ook hij gaf uit angst de voor mijn stiefvader wenselijke antwoorden. Er was “niets aan de hand” bij ons thuis. Ze gingen weer en we hebben er nooit meer wat van gehoord.
Wat heb ik me al die tijd eenzaam gevoeld in deze gevangenis zonder tralies. Ik probeerde zo onzichtbaar mogelijk te zijn en vooral te veranderen, zodat ik zo zou worden als hij wilde. Want dan zou alles beter worden. Maar hoe ik mijn best ook deed perfect te zijn, de ruzies bleven. Ik voelde me een slecht kind, omdat het me niet lukte goed te zijn. Maar hoe dat dan moest, was me ook compleet onduidelijk. Terugkijkend was dit schrijnend, maar het gaf me ook hoop. Want het zou kunnen veranderen, als ik alleen maar beter mijn best deed. Dat dit natuurlijk niet zo was, wist ik als kind niet.
We zijn uiteindelijk, op mijn 17e, uit huis gevlucht en met behulp van de politie naar een veilige plek gebracht.
De jaren daarna gingen we gewoon door en probeerden we alle drie weer iets van ons leven te maken. We spraken wel over voorvallen in die tijd, maar lachten daar dan om. Onze overlevingsstrategie om alles maar niet te dichtbij te laten komen. Ik dacht, als ik er maar niet teveel aan denk dan is het er niet. Het is over en voorbij.
Helaas werkt dat zo niet. Het haalt je onherroepelijk in. Dat heeft bij mij nog een lange tijd geduurd. Ik had nog steeds nachtmerries en herbelevingen, kon nog steeds op momenten dissociëren, was perfectionistisch en cijferde mezelf altijd maar weg. Daarnaast had ik periodes waarin ik me depressief voelde, maar ik kwam er ook uiteindelijk wel weer zelf uit. Ik was tenslotte gewend om altijd maar door te gaan en me af te sluiten voor mijn gevoelens. Tot ik op mijn 49e vastliep, gezondheidsklachten kreeg en eindelijk hulp ben gaan zoeken. Op dat moment kwam ook mijn boosheid naar mijn moeder naar boven. Hoe had ze dit zo lang kunnen laten gebeuren? Waarom heeft ze ons niet beschermd?
Ik heb veel gelezen en geleerd over narcisme, psychopathie en intieme terreur en heb ook regelmatig de website van Het Verdwenen Zelf bekeken. Ook heb ik het boek “Je leven in eigen hand” van Iris Koops in huis, dat heel veel inzicht geeft. Door deze kennis heb ik meer begrip voor mijn moeder. Je wordt hier namelijk langzaam ingezogen. Heel ongemerkt. En die geweldige eerste tijd, die hoop je toch steeds weer terug te zien. Tot het te laat is, je compleet afgebroken bent en je niemand meer hebt om op terug te vallen. Gelukkig hebben mijn moeder en ik alles nog uit kunnen spreken voor haar dood, zodat er niets meer tussen ons in stond. Maar wat vind ik het jammer dat zij in haar leven geen hulp heeft gezocht, waardoor ze alles wat haar is overkomen kon verwerken. Zij is altijd maar doorgegaan en heeft alles verdrongen, maar was niet echt gelukkig en voelde zich tot het laatst toe schuldig.
Met mij gaat het nu goed. Ik heb een langdurige traumatherapie gevolgd bij een fijne klinisch psycholoog vanwege mijn jeugdtrauma’s en de CPTSS die ik hierdoor heb opgelopen. Ik heb inzicht in de dynamieken die ervoor gezorgd hebben dat er heeft kunnen gebeuren wat er is gebeurd. Maar dat wil niet zeggen dat het over is. Het is gewoon zo dat je met de gevolgen van de vele trauma’s moet leven, maar dat lukt steeds beter. Ik heb mooie en lieve mensen om me heen en het leven is voor mij waardevol. Dat wat zo negatief was, probeer ik nu om te zetten in iets positiefs. Ik heb een boek geschreven over mijn ervaringen van vroeger en de impact die dit nu nog heeft. Deze ervaringen deel ik in mijn boek en door erover te spreken, met mensen die er wat aan kunnen hebben, zoals mede-slachtoffers, omstanders en professionals. Zo is dat wat mij is overkomen niet helemaal voor niets geweest.
4 reacties op “Ik was de ballast van mijn stiefvader”
Gefeliciteerd met de uiteindelijke overwinning al is er te veel schade wat nooit had moeten te gebeuren. De tranen springen me in de ogen zo verdrietig alleen jij bent geweest en dat laat zijn sporen na.
Al in het begin van je verhaal, begreep ik je moeder. Blind door zogenaamde ‘liefde’ sleepte ze jou mee. Als ex-bijstandsmoeder en dochter van een narcistische moeder, ben ik ook eens zo verliefd geweest dat ik bijna mijn kind vergat. Ik weet hoe het voelt en dat een vrouw als jouw moeder, net als ik, zo graag een normaal gezin wilde hebben. Ik heb dat voorgoed moeten loslaten.
Wat fijn dat je met haar schoon schip heb kunnen maken voor ze overleed. Dat is heel waardevol.
De enige dader in dit verhaal is je stiefvader. En die man heeft zogenaamd hulp gezocht om de hulpverlening te manipuleren. Dat deed mijn narcistische moeder ook. Zo vals!
Ik heb ten einde ook gezondheidsklachten gekregen puur door de stress van narcisten. In plaats van dit te bestrijden, gaan mensen pillen slikken en de huisartsen en apotheken vinden dit de normaalste zaak van de wereld. Ik niet. Veel slachtoffers van narcistisch geweld hebben bijvoorbeeld [net als ik] een hoge bloeddruk. Dan weet je toch wie en wat je bestrijden moet.
Als er geen narcisten op aarde waren, dan hadden we een betere wereld met normale gezonde mensen.
Dank je wel voor je reactie op mijn column, Susan. Wat naar voor je dat jij narcistisch misbruik hebt moeten meemaken door je moeder en, als ik je goed begrijp, ook later nog in een relatie.
Je hebt helemaal gelijk. De dader en enige dader, was mijn stiefvader. Daar is ons hele gezin uiteindelijk de dupe van geworden.
Bij mij uiten de gezondheidsklachten zich in hartritmestoornissen. Door zoveel jaren dagelijks in extreme stress te hebben geleefd, kan ik minder goed omgaan met stress en lokt deze stress de hartritmestoornissen nog eens extra uit. Het is helaas één van de erfenissen van mijn jeugd. Toch kan ik oprecht zeggen dat ik gelukkig ben met het leven dat ik nu heb en de vele lieve mensen om me heen.
Ik hoop oprecht dat dit ook voor jou geldt!
Lieve groet,
Diana
Wat is de titel van je boek? En waar is het te koop?
Beste Anoniem,
De titel van het boek is “En nu ik” (van Diana de Laat).
Het is te verkrijgen via elke (online) boekhandel en via mijn website http://www.dianadelaat.nl.
Hartelijke groet,
Diana