Dit is een gastcolumn van Nathalie
Zo’n spontaan gezamenlijk lach-moment. Het was zo’n bijzonder moment van afstand kunnen nemen. Relativeren. Éven naar de narcist kunnen kijken alsof je allemaal een soort van “toeschouwer” bent… Alsof je samen naar een voorstelling kijkt.
De absurditeit kunnen zien, van wat er gebeurt in de gecreëerde schijnrealiteit van de narcist. En dan samen kunnen lachen… om het toneelstuk wat hij of zij voor onze ogen “opvoert”.
Zaterdag verzorgde ik samen met mijn collega Richelle de basisworkshop (H)erkenning. Ik denk terug aan deze bijzondere dag. Zestien deelnemers met hun eigen, unieke en persoonlijke verhaal, waarin narcisme de gemeenschappelijke factor is die hen deze dag met elkaar “verbond”. Zoals altijd was er veel herkenning, erkenning, uitwisseling, steun en nieuwe inzichten.
En dan…Één van de deelnemers die zich ineens bewust werd van wat er gebeurde…. En dit spontaan en hardop uitsprak. Daarmee woorden gevend aan een gevoel, een nieuwe ervaring, die tot dan toe voor onmogelijk werd gehouden. Tijdens het uitspreken hoorde ik de opluchting… Ik zag het open en ontspannen gezicht. “Ik had nóóit gedacht dat ik hier ooit zó om zou kunnen lachen… Jeetje, wat is dít fijn!” Meerdere deelnemers die knikten. Die dat gevoel herkenden. En met een lach beaamden.
Als herstelcoach, trainer én narcisme-bondgenoot was ik getuige van dit mooie inzicht.
Een gedeeld “herstelmoment”. Het zijn dát soort momenten die mij enorm motiveren en inspireren in mijn werk. En het is één van die bijzondere momenten van zaterdag, waar ik met een glimlach aan terugdenk.
Nathalie
Enkele reacties van deelnemers:
Wanneer je echt jezelf wilt herstellen, of inzicht in jezelf wilt krijgen, dan deze workshop volgen.
Het is zo belangrijk om met lotgenoten samen te komen onder deskundige begeleiding.
Vertrouwen op jezelf en je pad. Ik vond de dag heel positief: je ziet dat anderen het zelfde pad volgen. Dat geeft rust en vertrouwen.
Delen met anderen lucht op.
Een aanrader voor iedereen die twijfelt of zeker is van een narcistisch contact. Echt verhelderend, motiverend en hoopgevend.
Ga hier naar toe als je je afvraagt ‘ligt het aan mij?’ Je zult versteld staan hoeveel je te weten komt over jezelf. De begeleiding was heel goed en ervaringsgericht.
Er is geen put meer. Dit besef begint langzaam door te dringen…Voor mij ging het erom dat ik ging, ervaringen deelde en naar die van anderen luisterde. Isolatie doorbroken. Het begint langzaam tot me door te dringen dat ik nooit meer bang hiervoor hoef te zijn. Nooit meer.
4 reacties op “De absurditeit kunnen zien”
Ja Nathalie, samen kunnen lachen om de idiote situatie waarin je zit/zat. Dat is zo krachtig.
Wat hebben we gezamenlijk gelachen, als broers en zussen, om die ouder van ons. Tientallen jaren. Mèt en zonder die ouder erbij, rechtstreeks gericht op de persoon. De droge en afstandelijke humor van één van ons; de scherpe waarneming van een ander; het hilarisch vervolgen van bespottelijke redeneringen; neurotisch angstgedram en larmoyant zelfbeklag feilloos nadoen; zittende het gesprek op z´n karaokes vóór haar uit een halve zin precies zó formuleren, waarvan we wisten dat die gezegd ging worden.
We vergrootten haar theater uit, deden er een schepje bovenop. Zó absurd. Met elkaar hadden we dan lol. Het luchtte een beetje op, werkte als een bliksemafleider en leek ook eensgezindheid uit te stralen. Wat later dus schijn bleek te zijn.
Was de ouder erbij, dan volgde nu eens boosheid, dan weer onzeker van de een naar de ander kijken, of ook pruilerig jammeren waarom we háár altijd moesten hebben.
Dat klopte eigenlijk wel: waren we een gemiddeld prettig gezin geweest, dan was dit gedrag -dat we ongeveer sinds ons 20ste levensjaar vertoonden- misplaatst hardhandig geweest. We namen deze ouder in de kern niet serieus. En toch bleven wij dansen naar haar pijpen, uiteindelijk bang voor haar wispelturige reacties, of wat ook. Ons blijkbaar onvoldoende bewust hoe ernstig alles was. En dus veranderde de situatie geen moer. Niks, nada. Nooit vroeg zij zich af of onze belachelijk makerij aan haar kon liggen.
Uiteindelijk bleek ook de betrekkelijke eensgezindheid tussen broers en zussen op niks gebaseerd: de laatste levensfase buitte onze ouder volledig uit met mistige fysieke ouderdomskwalen. We twijfelden over wat echt was en wat gespeeld; verschilden daarover van mening en namen dat elkaar kwalijk. De één ging door met grappen maken, de ander met zoveel mogelijk negeren; een derde geloofde alles heilig en zette bezorgd een tandje mantelzorg bij; met de verwachting dat anderen dat vanzelfsprekend ook zouden doen: verantwoordelijkheid nemen, zoals als een kind ‘hoort’ te doen voor ouders. We deden het ieder op onze eigen manier -al of niet mopperend; al of niet grappen makend. Niemand drukte de snor. Al waren er gradaties en verschillen, afhankelijk van de ernst van het jaren doorstane leed. En die verschillen werden onderling niet gepikt.
Hoe ging het verder na het overlijden van onze ouder? Het gezin van opgroeien volledig aan gort. Contacten over en weer verbroken, of houtje touwtje in stand gehouden, met de nodige strubbelingen. Ook schoonfamilie speelt hierin een rol. Niks gezamenlijk genieten van onze bevrijde tijd, niet opgelucht ademhalen en terugkijken op onze kracht van weleer, hoe goed we de absurditeit dóórhadden. Niks respect naar de een of de ander over de impact van het geweld en het verwerken daarvan. Wat steekt, is dat onze ouder óver haar dood toch nog invloed heeft (al is het uit elkaar vallen zéker niet wat zij gewenst had). Dat steekt, omdat we beter verdienen en we er ook wat voor in huis hebben (gehad): afstandelijke humor, helder waarnemen.
Mijn blog ‘Vijftig jaar moeder(s)taal’ een jaar geleden op deze site geplaatst, zullen zij nooit lezen. En dat vind ik jammer. Ik schreef het een handvol jaren ervoor, nèt uit de put geklommen op weg naar herstel. Met een restje boosheid dat nog over was, maar vooral met een frisse lading creativiteit die het absurdistische theater van een ouder op lachwekkende manier ordende en op deed schrijven. Geheel vanuit de mond van die ouder. Bezoekers op deze site vonden het mogelijk gruwelijk om te lezen. Voor mij persoonlijk was het schrijven de bevrijding van de toeschouwer die naar een idiote voorstelling kijkt. Soms herlees ik en moet dan afstandelijk grinniken: wat een belachelijke zinnen, wat een gestoorde geest. Ik schat in dat mijn broers/zussen dat mogelijk herkennen. In ieder geval had ik hen dat graag gegund.
Beste,
Nu pas lees ik je bijzondere, prachtig geschreven reactie op mijn blog.
Herkenbaar. De verschillende manieren van er, als kinderen, mee omgaan. Het uiteenvallen van het systeem, wanneer het kleverige narcisme de boel niet meer bij elkaar kan houden omdat we allemaal volwassen werden. Onafhankelijk.
Ik en mijn twee broers zijn als jongvolwassenen al ieder onze eigen weg gegaan. Geen oorlogsvoering, gelukkig. Maar stilzwijgend uit elkaar gedreven.
Wat wij als kinderen deelden was samen overleven. Tot we oud genoeg waren om ons, ieder op onze eigen wijze, letterlijk te bevrijden. Het is inderdaad jammer. Maar ik heb er vrede mee. In mijn leven heeft het uiteindelijk rust gebracht. En ik hoop in hun levens ook.
Dank voor je bijdrage!
Hi Nathalie,
Bedankt voor je reactie. Mooie benaming, ‘kleverige systeem’. Ook dat onafhankelijke is maar al te waar. Het verdrietige is alleen, dat ik nooit zal weten of het alleen dát was, wat ons samenhield; of we zonder deze gestoorde ouder niet gewoon prettig ‘op z’n families’ met elkaar hadden kunnen blijven omgaan. Dat sluit ik niet uit en dat is wat (nog) dwars zit. Was onze ouder niet zo stokoud geworden, dan was ons de laatste uitputtingsslag bespaard gebleven. Niet dat ik nog terug wil, daarvoor is te veel gebeurd. Eén van hen zie ik nu met de heldere ogen van nu en dat maakt dat ik ver uit de buurt blijf.
Inmiddels heb ik steeds meer vrede dat alle contact over en weer duurzaam is verbroken. Maar weet je: familieBANDEN kunnen mensen nooit doorsnijden, die verbinding blijft eeuwig in stand, of je dat nu wilt of niet. Vooral de verticale band tussen ouders en kinderen, maar ook de horizontale tussen broer(s) en/of zus(sen). Je ouders blijven je ouders, familie blijft familie, ook al zijn ze dood, zie je elkaar nooit meer, praat je niet meer over hen, voel je je geestelijk niet (meer) verwant. Ze zijn toch aanwezig. Zij zijn je wortels, je bent mede door hen geworden wie je bent, over en weer maak je deel uit van elkaars levensverhaal. Dat kan niet gedelete -alleen ver weggestopt- en het voelt als een amputatie. Dat is wezenlijk anders dan contact verbreken met vrienden of intieme relaties die in je leven zijn gekomen. Hoe ingrijpend en heftig ook.
Zo ongeveer. Maar het went, is goed, wordt steeds gewoner.
Beste,
Ik begrijp wat je schrijft. Dat het voelt als een soort van amputatie.
Familiebanden vormen ons, zijn uniek en niet vervangbaar, dat is absoluut waar.
Ook ik heb daar veel mee geworsteld. Op sommige momenten kan het er weer “even zijn”.
Het is ook zo moeilijk te accepteren omdat het zo oneerlijk is. Onrechtvaardig. Zinloos.
En tegelijk zo bepalend voor je leven, je geschiedenis, je ontwikkeling.
Weet je… Op sommige vragen zal nooit een antwoord zijn.
“Wat als…?”
We zullen het nooit weten. Nooit kunnen weten.
Want alles is wat het is. De feiten en het verleden zijn onveranderbaar. Het enige waar we invloed op hebben is onze beleving erbij. Onze gedachten erover. En onze toekomst.
Ik hoop dat de vragen waar je nooit een antwoord op zult krijgen ook voor jou steeds meer op de achtergrond zullen raken. Dat je vrede kunt hebben met wat het was, is en zal zijn.
Het verleden kun je niet veranderen. En de toekomst niet voorspellen.
Alles speelt zich in werkelijkheid af in het nu.
Ik hoop dat je leven in het heden je helpt om te genieten van al het goede wat er om je heen is, en dat het verleden daarin voor jou een rustige plek vindt.
Warme groet,
Nathalie