Dit is een gastcolumn van Jaberin.
Nu besef ik dat het erf waar ik ben opgegroeid eigenlijk een soort eiland blijkt te zijn. Een eiland zonder kade en zonder taal voor liefde. Geen ruimte voor de innerlijke wereld en een gebrek aan onvoorwaardelijke liefde. Geen mogelijkheden om iets te spiegelen. Geen cohesie, geen verbinding, geen uitleg, geen reflectie. Hol, kaal en plat. Guur en kil.
Op het eiland wist ik niet hoe ik eruit zag, wat mijn vorm was. Ik had niets om me in te kunnen spiegelen; het water om mij heen was vaak troebel. En àls het terugkaatste, verblindde het me. Of was het zo onvoorspelbaar in beweging dat het mijn blik vervormde. Wie ben je dan, als er eigenlijk geen ruimte is voor een eigen vorm?
Naar het vasteland toe wordt het eiland groots en vol luchtschitteringen gepresenteerd. Het lijkt voor een ieder één groot eiland te zijn, maar pas als je er ècht op bent, blijken het allemaal afzonderlijke eilandjes te zijn. Elke keer stroomt er water van één moedereiland af; subtiel, stil en haast onzichtbaar. De waterstand tussen de eilandjes is hoog en onoverbrugbaar. Soms zelfs tot een ontembare wilde rivier er tussendoor. Alleen een aanvoer vanaf het ene eiland bestaat, die ons van het broodnodige water voorziet. Zonder water geen leven, want dan zouden we immers niet meer bestaan -als eiland-. Een bizarre en gekmakende voedingsbron, besef ik nu.
Hoe heb ik ooit kunnen denken dat mijn lieve vader -die élke keer poogde om zijn vrouw tevreden te stellen- zó ver gedreven werd? Hoe kon ik begrijpen dat ik onderhuids door mijn moeder zó gevoed en beïnvloed werd, dat mijn haat naar mijn vader zo groot werd? Hoe kon ik weten dat het áltijd door zijn toedoen was wanneer het water aangenaam van temperatuur was?
Nu heb ik het besef. Na aankomst op het vaste land -mede door vriendinnen de goede koers gevonden en door mijn man heb ik hier kunnen aanmeren- weet ik dat er houvast, liefde en begrip bestaat. Voel ik dat er ook geleefd kan worden in verbinding en vertrouwen. Met waardering en warmte. Nu pas kan ik op zoek naar mijzelf, naar mijn eigen vorm, kan ik mijzelf zijn.
Het eiland laat ik bestaan. Ik bezoek het af en toe, maar nooit meer kijk ik daar in het water.
12 reacties op “Het eiland van mijn jeugd”
Schitterend en heel herkenbaar !
Wat een ongelooflijke beschrijving, zo puur, ook lauw, door de naweeën wellicht van het ontbreken van een spiegel en een bestaan.
Schrijf je ervan los. Zo sereen maar oh zo pijnlijk.
Veel licht en kleur gewenst in liefdevolle verpakkingen.
Mirjam
Wat een serene en poëtische beschrijving van een hel op aarde.
Prachtig beschreven, dank hiervoor!
Waaw, voor mij niet herkenbaar, maar door het vele lezen over narcisme, kan ik er in mee.
Waaw, want het is zo mooi verteld en vertaald. En toch heel huiveringwekkend!
Wat ben ik bang voor mijn kleinkind!
Hallo Lieve, Ja ik ben ook bang voor mijn 11 kleinkinderen.
Hoe worden zij beïnvloed, verpest, gemanipuleerd etc.
Mijn kinderen moeten al dealen met hun narcistische vader (tot zij uit die cirkel stappen) en met hun eigen verleden en het verleden van hun ouders.
Houd dit dan nooit op? Ja het is huiveringwekkend!
Mooie metafoor voor al het leed, vervreemding en eenzaamheid. Poëtisch beschreven en zeer, zeer herkenbaar. Met dit verschil, ik ga niet meer naar dat eiland terug. Ik heb het, uit puur lijfsbehoud, achter mij gelaten.
Hier net zo. Ook uit lijfsbehoud het eiland achter me gelaten.
Afzonderlijke eilandjes die voor de buitenwereld 1 eiland lijkt te zijn. Ja, dat is heel herkenbaar. Mooi beschreven.
Een eiland, eenzaamheid, verlangen, eindeloos hopen, niet meer durven uitreiken, bang om jezelf te zijn, steeds op je hoede, vele eilandjes samen en toch zo alleen… zo herkenbaar.
Jaberin, zo krachtig geschreven, zo voelbaar. Ik hoop ooit ook het vasteland te kunnen bereiken.
Heel veel liefs.
Het vaste land is al in zicht, Myriam!
Richt je daarop, je kunt het! Je bent die weg al ingeslagen!
Liefs!
Merel
Heel herkenbaar, en mooi beschreven.
Zelf opgevoed door een narcistische moeder. Nu op mijn 43e heb ik nog steeds enorm last van psychische klachten en heb niet meer het geloof dat ik er uit ga komen.
Ben blij voor iedereen die er wel uitkomt.