Dichterbij dan ooit

Dit is een gastcolumn van Sophia.

Inmiddels al weer een paar jaar geleden sprak ik op de uitvaart van mijn vader.

Het moet er uit hebben gezien als een perfect plaatje. Een vrouw met een stem zwaar van emoties die na afloop van haar speech haar moeder bij de hand pakte en begeleidde naar de kist van haar vader waar ze samen een gedichtje opzegden.

Mijn stem klonk hees, inderdaad. En ik moest moeite doen om niet in huilen uit te barsten. Ook dat is waar. Maar dat alles was van de uitputting, van de slopende voorbije weken.

De waarheid was en is dat ik daar helemaal niet wilde zijn. Ik wilde niet spreken op zijn uitvaart. Net zomin als ik daarna alle condoleances en complimenten over mijn speech in ontvangst wilde nemen. Of dat ik, een paar dagen eerder, met zijn dode lichaam op de foto wilde. Of hem wilde afleggen. Of hem voor mijn ogen zijn laatste adem had willen zien uitblazen…

Ik had dat allemaal zo niet gewild.

Maar ik deed het.

Voor haar, mijn moeder. Omdat ik dacht dat zij net als ik een slachtoffer was van de nare akelige man die mijn vader was geweest en dat ik haar, nu hij er niet meer was, terug zou krijgen. Dat maakte ik mezelf wijs.

Eerder verscheen er een verhaal van mij op deze website. Achteraf bezien drongen de woorden die ik toen schreef maar nauwelijks tot me door en klampte ik me nog steeds vast aan de droom dat narcisme eigenlijk alleen maar een vage nachtmerrie was die met de dood van mijn vader was vervlogen.

Maar met ieder brokje informatie over het onderwerp waarvan ik mezelf dwong het tot me te nemen, zag ik steeds meer de vrouw die mijn moeder werkelijk is gestalte krijgen.

Een narcist.

Het boek ‘Herstellen van narcistische mishandeling’ van Iris was mijn eerste uitgebreidere kennismaking met de materie en voelde als een reddingsboot. Wat mij hierbij het meest trof, was dat ik het gevoel kreeg dat zij door haar boek met mij sprak. Niet tegen of over mij maar het voelde als “samen”. Doordat het boek zo persoonlijk aandeed gaf Iris me de kracht om op onderzoek uit te gaan en confrontaties aan te gaan die ik al jaren zorgvuldig uit de wegging.

Na het boek de eerste keer direct in zijn geheel gelezen te hebben, ging ik het nog een keer door, maar nu langzamer. Wat stond daar geschreven en hoe had dat op mij betrekking? Meer dan drie maanden lang, iedere dag minstens twee uur verdiepte ik me in het boek. Soms las ik maar twee zinnen. En dan maakten die zinnen zoveel los dat ik vervolgens uren zat te schrijven.

Zo leerde ik woorden geven aan gevoelens en gedachten die jarenlang verborgen onder de oppervlakte waren gebleven.

Door wat Iris schreef, snapte ik eindelijk waarom wat ik mijn moeder vertel niet aankomt. Narcisten zien echt alleen maar wat ze willen zien. En dat is hun eigen beeld wat ze op een ander projecteren. Die ander kan zich in allerlei bochten wringen om wat ze werkelijk voelen duidelijk te maken: als narcisten het niet willen zien, dan is het er niet.

Zo vechten mijn moeder en ik de onderhuidse strijd over hoe ik mijn jeugd heb ervaren.

“Je ging lachend het leven door” riep ze me toe nadat ze foto’s van mijn peuter/kleutertijd had bekeken. Volgens haar toonden die foto’s van dat lachende meisje aan dat ik absoluut niet ongelukkig kon zijn geweest, ongeacht wat mijn eigen gedachten over die periode ook geweest waren.

Toen ik haar vertelde dat ik naar alle waarschijnlijkheid mijn eerste burn-out kreeg na de overstap van de mavo naar de havo en dat ik daardoor was blijven zitten, beet ze me met jarenlang opgespaarde woede venijnig toe: “Burn-out? Doe normaal, je gooide er met je pet naar, je maakte er een potje van!!”

Ik vroeg haar waaruit ze dit opmaakte. Haar antwoord was dat zij (mijn beide ouders) dat ‘gewoon’ zagen!

“Maar hebben jullie dan niet met mij hierover gesproken?” vroeg ik haar, terwijl ik met alle macht mijn geschoktheid over deze stelligheid probeerde te verbergen.

Ze wuifde die opmerking weg alsof ze een vlieg wegsloeg. Het was voor hen meer dan duidelijk dat ik opzettelijk de boel saboteerde: ik had er gewoon geen zin in. En, zo voegde ze eraan toe, als er echt werkelijk een diepere oorzaak was voor het niet overgaan naar de volgende klas waarom was ik dan niet haar toegekomen om met haar te praten? Wij hadden toch zo’n goede band.

Heel even zag ik een vals glimlachje over haar gezicht trekken, heel even maar, toen trok ze hem weer in de plooi. Ze dacht dat ze me klem had, dat dit het moment was dat ik haar gelijk zou geven, mijn excuus zou aanbieden en we weer over tot de orde van de dag zouden gaan.

Ik bleef even stil omdat mijn hersens hun best deden dit alles zo goed mogelijk te verwerken en te rangschikken. Toen merkte ik ijzig kalm op, terwijl ik haar recht aankeek, dat als dat als wij dan zo’n goede band hadden, waarom zij (mijn moeder) mij dan niet het voordeel van de twijfel had gegeven en met mij was gaan praten?

Lichtelijke paniek leek nu door haar heen te trekken. Ik zag dat deze gedachte nog nooit bij haar opgekomen moest zijn. Waarschijnlijk vond ze dit te idioot voor woorden maar ze klemde haar lippen stijf op elkaar.

Mede door wat ik in het boek van Iris had gelezen kon ik dit gesprek en een aantal andere, voor mij zeer waardevolle, gesprekken aan.

Doordat ik kennis had, kon ik meer doen dan alleen maar zwijgen en niet op de uitnodiging om geestelijk een potje te touwtrekken, zoals ik het noem, in te gaan. Ik was niet langer monddood, maar had ineens een stem. En die stem diende haar volwaardig van repliek. Het gaf me het gevoel dat ik het voor de Sophia van toen had opgenomen, iets een heel klein beetje had recht gezet.

Maar het waren niet allemaal overwinninkjes.

Soms werd ik toch nog ineens volledig overvallen mijn moeders verwrongen kijk op het leven en de wereld om haar heen en verviel ik weer in mijn oude, vertrouwde apathische overlevingsstand, of kon ik de verleiding niet weerstaan mezelf toch weer te verdedigen, te verklaren en te verontschuldigen en kwam ik weer in dat geestelijke doolhof terecht dat Iris zo treffend omschrijft.

Het boek hielp me een soort reconstructie te maken van mijn jeugd, of beter gezegd van mijn hele leven. Hierdoor kwam en komt er nog steeds veel pijn en verdriet naar boven.

Het was een heel zwaar jaar. Het verdriet om het verlies van een vader om wie ik geen verdriet kan hebben, de verbijstering te ervaren dat mijn moeder niet zou bekennen dat leven met mijn vader een hel was maar dat ze de moed maar niet vond om bij hem weg te gaan.

Het leven dat niet stil staat maar af en toe in volle vaart op me af komt en me op de meest onverwachte momenten triggert in mijn gevoelens van onwaardigheid en onzichtbaar te zijn.

Maar het aller-aller moeilijkst vond ik nog de reden te ontdekken waarom mijn broer en ik geen enkele band met elkaar hebben. We zijn namelijk succesvol tegen elkaar uitgespeeld door onze ouders.

Maar toch voel ik ook hoop. Want in mijn eerder geplaatste column schreef ik ‘Ik voel een diepe wens om thuis te komen bij mezelf. Sinds een jaar of vier werk ik hard om deze wens op alle fronten van mijn leven werkelijkheid te laten worden…’

5 reacties op “Dichterbij dan ooit

  1. Een mooi geschreven en heftig verhaal. Herkenning! Ook het uitspelen van broers en zussen! Je blijft met lege handen achter. Naast het boek van Iris heeft IFS heel veel voor mij betekend. Ik wens je ook Thuis te komen bij jeZelf. Dank voor je tekst!

  2. Mooi, mooi, mooi.
    Veel vingers op veel pijnlijke plekken.
    Niet willen deelnemen aan het afleggen. Afgezien van mijn eigen weerzin over deze intimiteit vond ik het ook niet gepast om mijn preutse, en altijd alles verbergende moeder, in de weerloosheid van de dood, naakt te aanschouwen.
    Ook aan het verzoek van mijn gouden broer om de urn met as te dragen en uit te strooien kon ik niet voldoen. Deze vorm van intimiteit kon ik absoluut niet verdragen.
    En ook dat heeft geen goed gedaan aan de relatie met mijn broer die, zo bleek, er eigenlijk helemaal niet was.
    Dat tegen elkaar uitgespeeld zijn. Zo schrijnend, zo niet te bevatten, zo pijnlijk.
    Ik wens je veel sterkte in je weg omhoog.

  3. Wow, ik zit in eenzelfde soort relatie als hierboven beschreven en de tranen schieten in mijn ogen bij dit verhaal. Het is geen verhaal, maar t is werkelijkheid en ik voel t precies zo. Wat borrelt t van binnen bij me, mijn ouders leven nog, maar ik dacht ook dat t contact wat ik nu met ze heb ( vrij oppervlakkig en op mijn “voorwaardes”nu , en soms gaat dat mis) ook mogelijk anders zou kunnen gaan lopen als mijn vader er niet meer is. Wat een eye opener… en ja ook mijn relatie met mijn zus loopt niet zoals gehoopt, dat is ook door mijn vader bevestigd geworden, ze kon immers niks fout doen in hun ogen, het uitgespeeld worden op een niet goed te vatten manier werd mij vooral duidelijk nadat ik de boeken van Iris had gelezen en de confrontatie een keer aan durfde te gaan. Dat je op dat moment hun mening krijgt te horen over je, was vooral een bevestiging die ik nodig had, dat t niet aan mij ligt. Ik dacht dat ik gek aan t worden was, wat moet ik toch een verschrikkelijk mens zijn ( dacht ik over mijzelf. Ben ik niet de narcist?? ) Alle shit ( af en toe tegendraads zijn, echt geen grote problemen in mijn ogen) heb ik immers veroorzaakt en als je dan met niet mis te verstane woorden t verschil duidelijk gemaakt wordt tussen mij en mijn zus…. Pijnlijk… ik kan t nooit goed doen… en dat is iets waar ik mijn hele leven al last van heb gehad en komt met momenten weer eens naar boven. T moest altijd t beste zijn en anders zorg je daar maar voor. En dat doe ik niet meer. Ik ben goed genoeg!

  4. Hai Sophia,

    Wat een mooi, pijnlijk en herkenbaar complex verhaal beschrijf jij.
    Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 11 was. Mijn vader hield het getreiter, gezuig, het zwartkijkers, het constant spiegelen en vergelijken en minachting van mijn moeder niet meer vol.

    Dat voelde als een gat. Ik was het enige meisje thuis. Ongewenst. En nu was het helemaal legitiem voor mijn moeder om mij als Assepoester in het gat te
    duwen en mij te laten zorgen voor haar en mijn twee broers, de Prinsen.

    Mijn moeder speelde ons altijd uit en onze band was stroef. Mijn moeder overleed drie jaar geleden. Wat een opluchting was dat! En nog steeds!

    De laatste zes jaar van haar heb ik mij van haar gedistanceerd. In de jaren ervoor had ik de boeken van Iris Koops gelezen. Ik was verbijsterd mijn landkaart in woorden terug te vinden. Hoe ik had gemanoeuvreerd, geplooid, geredderd en het was nooit goed. En zou nooit goed genoeg zijn omdat ik haar landkaart – gehuld in duisternis – nooit volledig en in alle openheid zou mogen zien en lezen…omdat dit bij een narscist niet gaat: de landkaart wordt met veel air express schimmige gehouden omdat die actie – reactie wordt ingevuld en bijgesteld ter plekke.
    Ik kon niet meer aan dat spelletje meedoen. En de laatste keer had ze mij en mijn gezin iets geflikt wat echt niet meer door de beugel kon. Dus dat was de grens. Onoverkoombaar. Ik belde haar de dag naar het incident op. Ze kirde hoe gezellig het nog was geweest met mijn jongste broer, nadat wij waren weggepest.
    De vragen die ik haar daarna stelde vond ze niet fijn en ze probeerde er onderuit te draaien.
    Ik deelde haar mee dat voor mij de maat nu overvol was en dat dit nu voor mij de aanleiding was om uit de familie te stappen.
    Ik liet mij en mijn gezin niet langer voor haar praktijken gebruiken, vrijwillig laten kleineren, afsnauwen en belachelijk maken omdat ik – mijn gezin – niet goed genoeg zouden zijn. Dus dat het hier stopte. Of ze nu mijn moeder was of niet: haar belachelijke
    niet te verklaren gedrag stopte. Ik – wij – stelden ons er niet langer aan bloot omdat ik dat niet meer wilde. Punt.

    De – achteraf – zes jaar voor haar dood waren een opluchting, verademing. Het was een rouwproces van het verwerken van levend verlies. Nogmaals door de boeken van Iris heen.

    Mijn moeder overleed onverwacht. Vlak voor haar dood bekroop mij ineens een gevoel: zal ik dan toch nog maar contact opnemen…?! Maar ik ben veranderd. En ik had geen zin om weer de klappen in ontvangst te nemen. Zij was alleen maar ouder en nog stelliger geworden had ik begrepen. Dus ik heb het zo gelaten en in gedachten afscheid van haar genomen. Haar echte onverwachte dood – korte tijd later was naast opluchting ook bevrijding…

    Ik had een wens. Na haar doid eindelijk nader tot mijn broers komen. Hoe naïef was dat. Hoe pijnlijk om mij dat te leren realiseren.

    Opnieuw volgde een rouwproces. Om haar dood, dat viel aanvankelijk wel mee. Om ons gezin, wat nu daadwerkelijk uiteen was gevallen…ik ben dit gaan vormgeven in een
    poppenhuis setting. Met kamers en muizen. De ontdekking dat het verplaatsen van de muizenpoppen gelijk was aan systemisch werken. Er ging een andere wereld voor mij open.

    Er kwam een snauwerig, verwijtend en dwingende contact vanuit mijn broers. Haar ongeregelde zaken moesten worden geregeld. Zij dachten dat ik meer wist dan zij. Maar dat bleek omgekeerd. Dus kwam ik in een positie waarin zij konden eisen.

    Mijn mails, waarin ik ook vertelde over mijn kinderen en de ontwikkelingen van mijn gezin werden door hen beide genegeerd. Samengevat kreeg ik vervolgens een nieuwe opdracht.

    Er kwam geen verbinding. Alleen een verwijt. Ik had besloten uit de familie te stappen zei mijn jongste broer. Dus hadden ze mij alleen maar nodig om de ongeregelde zaken op te lossen. Vrienden kies je zei hij, familie niet. Dus zaten ze met mij opgescheept. Alleen mijn handtekeningen waren nodig bij de notaris.

    Mijn droom en wens van verbinding viel aan diggelen. Dat deed pijn! Dus ik heb opnieuw coaching gezocht. Ik wilde dit begrijpen, door werken, uitwerken…
    Dit proces heeft ruim een jaar geduurd…

    Mijn broers hebben een heel ander beeld van mij als hun zusje / zus. Geen zuiver beeld wie ik ben, waar ik voor sta, wat ik doe. Hun beeld is gekneed en gevormd.
    Het resultaat van de verdeel-en heers politiek van mijn moeder.

    Ik heb mijn gezin, mijn partner mijn kinderen, hun
    ontwikkelingen de afgelopen jaren, onze herinneringen onze verhalen.
    Ik heb het bewust anders willen doen met mijn eigen gezin dan wat mij was voorgeleefd en opgedragen. Daarin ben ik zeker in de nodige valkuilen gevallen maar ben daar – grotendeels – ook steeds opnieuw weer uitgekomen.

    Ik heb mijn familiegeschiedenis van vaders en moederszijde onderzocht. Wat wordt intergenerationeel
    doorgegeven en waarom?

    Mijn broers hebben beide geen kinderen en krampachtige relaties.
    Nu weet ik waarom.

    Zij zijn – ook al waren zij de Prinsen thuis – ook slachtoffer van het narcistisch gedrag. Alleen hun beschermlaag is de loyaliteit naar mijn moeder.

    Ik heb die loyaliteit verbroken. Dat was hun verwijt aan mij. Ik heb voor mijzelf en mijn gezin gekozen.

    Ik hoorde hun verwijt aan en was in eerste instantie verbijsterd. Ondanks de pijn dacht ik ook dat het een opening zou kunnen zijn om toch nog nader tot elkaar te kunnen komen…

    Maar als je al zo lang hebt geïnvesteerd in jezelf, bij herhaling, boeken hebt gelezen, coaching hebt gevolgd, hebt opgesteld en uitgewerkt etc. etc.
    Dan komt er een punt van compassie – wat ik eerst een verschrikkelijk woord vond. Maar ik had het nodig: ik wilde zelfcompassie, compassie voor anderen, compassie in mijn werk.
    De zoektocht naar en het daadwerkelijk durven leren voelen van de verschillende soorten compassie was, en is, soms best pijnlijk.

    Maar ik heb nu meer rust te weten dat ik uit een gezin kom waar ik zelf veel van heb geleerd. Mijn ervaringen en mijn posities waren beslist niet altijd fijn. En soms zijn dat ook nog triggers in het dagelijks leven. Niet altijd realiseer ik mij ter plekke dat ik anders kan reageren. Maar ik bouw wel steeds vaker het zinnetje in: mag ik hier (jouw voorstel / jouw opmerking)
    even over nadenken, dan kom ik daar graag later op terug.

    Dit geeft mij de tijd en de ruimte om eerst te voelen. Aan en bij mezelf wat die vraag / opmerking met mij doet. Voelen – zelf en autonoom mogen voelen – wie ik ben?! Dat was er al vroeg uitgewerkt. Ik moest leven en mij gedragen naar de stickers die ik kreeg opgeplakt. Dat beeld en dat gedrag was ik…dacht men…dacht ikzelf heel lang. Maar dat was ik niet, ik voelde en dacht anders.

    Zo anders dat ik daarmee buiten de boot viel. De loyaliteit schond. Niet was van wie mijn moeder wilde dat ik zou zijn.

    Dat de onderdrukking mijn eigen autonomie verstevigde, mijn zoektocht naar mijzelf inzetten, mijn zoektocht mijn overleving en mijn redding werd, was, is, wordt…dat realiseer ik mij nu pas.

    De toenadering van mijn broers tot mij stopte zodra alles geregeld was. Verder contact werd afgehouden.
    Ze hebben allebei en samen hun barrière opgeworpen.
    Ze willen niet geconfronteerd worden met een zus die tegen de verdrukking verbeten haar opleiding heeft gevolgd en afgerond.
    Zij hebben hun opleidingen gestaakt…maar hun Prinsjesgedrag werd goed gekeurd.

    Zij hebben geen echte goede, gelijkwaardige relatie met een vrouw. Geen kinderen.

    Ook zij zijn slachtoffer van het gedrag, de opvoeding van onze moeder. Alleen staan we allebei aan de andere kant van de rivier. Een brug is er niet. Af en toe een roep over het water. Maar toen mijn oudste broer mijn laatst op een manier benaderde waarvan mijn nekharen recht overeind gingen staan omdat het narcisme ervan afdroop dacht ik: stop! Geen oeverloze herhaling van zetten meer. Hier eindigt het. Zijn beeld van mij was duidelijk. Voor mij veelzeggend genoeg.

    Als ik mij oppervlakkig moet voorstellen zeg ik: ik ben Anne. Opgegroeid in een gezin met twee broers. Mijn ouders zijn op jonge leeftijd gescheiden.

    Bij een nadere introductie zeg ik dat ik ben opgegroeid met een narcistische moeder. Mijn ouders zijn toen ik nog jong was gescheiden. Ik heb twee
    broers die ook narscistische trekken vertonen. Ik heb het contact verbroken. Dat was / is niet altijd makkelijk masr het geeft mij wel de ruimte om te ademen en te zijn wie ik ben. Punt.

    Geen verbinding kunnen hebben met mijn broers, juist vanwege onze geschiedenis, was de pijnlijke ontdekking die Iris Koops ook beschrijft in haar boeken.

    Maar dat mijn broers ook slachtoffer zijn van marscisme pleit hen niet vrij
    van hun eigen narscistische gedrag.

    Maar heeft mij wel de rust en de ruimte daar afstand van te nemen. En ook om daar compassie over te hebben: naar mijzelf, naar hen en naar ons gezinssysteem toe. En dat is genoeg.

    In mijn muizenpoppenhuis speel ik andere gesprekken met ons voormalige gezin merk ik. Dat doet mij goed.
    En of die gesprekken ook daadwerkelijk gevoerd gaan worden: tijd zal het leren.
    Mijn muizenpoppenhuis is een verwerkingsvorm, een ontdekkingsreis, een hobby. Als ik uitleg waarom ik hiermee ben begonnen merk ik dat het mensen raakt. Met poppetjes praten over je gevoel levert mooie diepe
    gesprekken met veel bewustwording op. Niet alleen bij mij, juist ook bij anderen. Ik pas het voortaan ook toe in mijn werk. Zo heb ik van de nood een deugd leren maken.

    En dat er nog wel eens een terugval komt: zeker, maar daar ben ik niet meer bang voor. Onverwachte situaties horen bij het leven. Weten dat ik ook daar weer uitkom en naar alle waarschijnlijkheid ook weer wat meer heb doorgewerkt geeft mij de zekerheid dat ik hoe dan ook bij mijzelf kan komen en blijven.

    En dat herstel dan zo lang duurt… ik weet nu pas dat je niets kunt forceren en per fase pas iets op kan lossen als je daar weer sterk genoeg voor bent. Die zelfcompassie leren vond / vind ik pittig. Maar wel waardevol. En maakt mij dankbaar. Dankbaar dat ik er anders in kan en mag staan. En voortaan ook anders mag en kan reageren. Gelukkig leer ik – en jij ook – elke dag. Je mag jezelf dit toestaan. Bewustwording en inzicht groeit: stapje voor stapje.

    Sterkte knuffel

  5. Ik ben uitgespeeld tegen een zus en drie broers en mijn vader. Die laatste lukte niet zo goed, want hij hield van mij. Mijn zus en broers ben ik voorgoed kwijt geraakt. Zelfs nu mijn zus de zaken een beetje begint door te krijgen, hebben we [in de zestig allemaal] mogelijk geen tijd genoeg om de waarheid een kans te geven. Ze zullen nooit en nooit te nimmer luisteren naar mij. Voor mij voelt het het beste om te doen zoals ik heb gedaan: afstand nemen van de hele boel.

Geef een reactie

Alleen de voornaam of een pseudoniem wordt bij plaatsing gebruikt. Het e-mailadres wordt niet getoond in de reacties.

Bij het plaatsen van een reactie ga je akkoord met de richtlijnen. Op basis hiervan worden de berichten ook gemodereerd. Het kan daardoor enige tijd duren voor je reactie zichtbaar is op de website. Stichting Het Verdwenen Zelf behoudt zich het recht voor om reacties aan te passen of niet te plaatsen.

Wil je automatisch op de hoogte gehouden worden als we een nieuw bericht plaatsen? laat dan je naam en e-mail adres achter via dit formulier.