Dit is een gastcolumn van Willeke.
Al wel vaker had ik te maken gehad met voorspellende dromen. Vooral tijdens mijn zwangerschappen had ik al kennis kunnen maken met het kindje dat in mij groeide.
Echter midden in een heel heftige periode waarin ik mijn huis en haard heb moeten ontvluchten om mezelf in veiligheid te brengen, droomde ik opnieuw een droom die ik graag met jullie wil delen. De reden dat ik dat wil is omdat deze droom zo tekenend was voor de situatie waarin ik me toen bevond. Mogelijk dat mensen zich hierin herkennen en er troost uit kunnen putten.
In mijn droom bevond ik me onder in een diepe put. Het was donker en koud en het enige licht kwam van ver boven mij. Het zonlicht kon mij niet bereiken ook omdat mijn man (inmiddels ex) over de rand van de put hing en naar mij aan het schreeuwen was. Ik dacht alleen maar ‘ga weg uit mijn zonlicht’!
De weg uit de put naar boven was glad en ik had bijna geen grip, maar na lange tijd wist ik mezelf met heel veel moeite naar boven te werken. Alleen kon ik bijna niets zien omdat hij in de weg stond en mijn zicht op het licht blokkeerde. Alles deed ik op de tast en uiteindelijk kon ik zijn hand grijpen en liet ik de wand los om me aan zijn hand op te kunnen trekken. Echter toen ik de wand losliet en me aan zijn hand vast greep liet hij mijn hand los zodat ik opnieuw onderin de put belandde.
Toen ik opnieuw onder in de put zat overdacht ik mijn opties en nam ik het besluit om nooit meer dezelfde weg opnieuw te proberen te nemen. En ook om me nooit meer afhankelijk van iemand anders te maken om een uitweg te vinden.
Ondertussen ving ik wel allemaal geluiden op van buiten. De buitenwereld zag immers een intens zielige man die tevergeefs aan het huilen en roepen was en zijn armen uitstak naar zijn vrouw. Hij kreeg zelfs eten en drinken aangeboden.
In de realiteit van toen kreeg mijn ex-man inderdaad eten aangeboden en ze deden zijn was en streken het zelfs. Er werd aan alle kanten voor hem gezorgd. Deze zorgen waren er niet voor mij. Ik was immers zelf weggegaan en had ‘mijn zielige man in de steek gelaten’. Ik voelde me in die tijd enorm in de steek gelaten. Voor mijn gevoel had ik net zo goed opgelost kunnen zijn in de lucht. Dit is een erg gevaarlijk gevoel want het brengt je tot intens wanhopige gedachten, van geen andere uitweg meer zien dan inderdaad helemaal verdwijnen.
Daar onder in die put wist ik op een gegeven moment dat ik in beweging moest komen om deze impasse te kunnen doorbreken. Dus klom ik opnieuw omhoog totdat ik op een gegeven moment een luchtstroom voelde, een soort tocht. Dit had ik tijdens mijn eerdere gangtocht naar boven niet opgemerkt. Toen was ik teveel gericht geweest op die ene uitgang en nam ik deze tochtstroom niet waar. Echter nu wel en ik volgde op de tast waar dit vandaan kwam. Ik vond een andere tunnel met aan het einde zonlicht wat niet overschaduwt werd. Aan het begin van deze tunnel ben ik gaan uitrusten en heb ik me laten verwarmen door de zon. Ik werd wakker met een gelukzalig gevoel van hoop.
In werkelijkheid heeft het nog wel jaren geduurd voordat mijn toekomst echt zonnig eruit kwam te zien. Daar was vooral inzicht door therapie voor nodig en heel veel lezen over narcisme en ook afscheid nemen van mensen en zaken om uit de narcistische bubbel te komen.
Achteraf kan ik nu zeggen dat deze droom het begin was van een totaal ander leven. Ik laat het nu niet meer toe en ruik het op verre afstand. Ja en er zijn nog nachtmerries, maar steeds minder. Laten we zeggen dat de eerste 50 jaar van mijn leven was doorspekt met narcisme. Nu ieder jaar zonder ervaar ik als dat ik dubbel kan genieten. Ook omdat ik niet al dissociërend mijn leven meer hoef te leven. Zo omschrijf ik voor mijn gevoel de eerste 50 jaar.
6 reacties op “Een voorspellende droom”
Dit heb ik ook zo meegemaakt. In de eerste droom bevond ik mij in een kerker zonder in- of uitgang. Het onweerde, ik wilde eruit, voelde me totaal verlaten en gevangen. Ze zouden me nooit vinden en de volgende dag zou ik trouwen. Doodsbang begon ik te schreeuwen op dat kleine zolderkamertje in Amsterdam. Ik gilde het uit en kroop rond tot ik de deurknop vond en wakker werd. Ik was die dag mijn stem kwijt en geheel van streek. Dit was waarschijnlijk een voorspellende droom die me waarschuwde voor dat huwelijk. Het werd een heel eenzaam huwelijk, erg ongelukkig maar ik wist niet dat mijn ex een narcist was. Iedereen vond hem zo aardig!
Mijn tweede soortgelijke droom was tijdens mijn scheiding. Ik zwom rond zijn eiland en wilde dat hij mij redde. Maar overal waar ik aan wal probeerde te klimmen duwde hij mij terug het water in. Doodmoe en verdrietig zwom ik naar de kust, weg van zijn eiland. Daar op de oever stond Jezus te wachten en ontving mij liefdevol.
Wat een uiteindelijk prachtige droom. Dankjewel voor het delen. Ik droom nooit, maar dat schijnt niet mogelijk te zijn. Dus zal ik wel dromen, maar weet ik dit niet. Ik hoop dat als het me ooit nog lukt, jouw droom mijn eerste droom wordt. Dankjewel!
Wat een mooie en heldere droom Willeke. Heel symbolisch. En mooi je slotzin ook, het tweede deel van je leven in vrijheid! Veel geluk.
Ik had als kind altijd een nare droom die terugkwam. Ik was in een groepje mensen, werd vastgehouden en meegenomen door mijn moeder. Ineens lukte het mij om me los te rukken en weg te rennen. Ik rende door de mensenmassa heen, ging linksaf, ging rechtsaf, ik rende en rende maar, de ene hoek om, de andere hoek om, totdat ik moe begon te worden. En iedere keer als ik dacht dat ik ze kwijt was geraakt, dat ik ver genoeg weg had gerend, ging ik een hoek om en daar stonden ze weer… breed lachend om mij weer vast te pakken. En dan schrok ik wakker.
Als kind snapte ik de droom niet, pas toen ik jaren later begreep dat mijn moeder een narcist was, begreep ik de droom pas. Maar die droom en varianten op die droom, is mij altijd bijgebleven
Droom
Ik had een pasgeboren baby in mijn handpalm, heel klein.
Ik keek naar het buikje ,het was nog open en hol van binnen,
het kindje was helemaal hol van binnen.
Ik moest er voor zorgen, het was mijn verantwoordelijkheid.
Iedereen wilde het kindje aanraken, ze vonden het kindje schattig.
Ik voelde me steeds verantwoordelijk, het was ook zo kwetsbaar.
Elk moment kon het breken.
Ik legde het in een winkelwagen toen ik boodschappen moest doen,
het strekte armpjes en beentjes naar mij uit.
Het was een onzijdig kindje, geen meisje en geen jongen.
Wat mooi, je mag opnieuw beginnen en jezelf vullen met dingen die bij jou passen. Zo voel ik het tenminste. je mag gaan houden van jezelf.