Ik heb in een leugen geloofd

Dit is een gastcolumn van Michelle

Nog voor het aflopen van de wekker ben ik wakker geworden. Het is januari 2017. Het duurt een paar seconden om te beseffen dat ik niet in mijn eigen bed lig maar in het zijne. De slaapkamer is nog donker. Alleen een zwak lichtschijnsel van de lantaarnpaal buiten dringt door de gordijnen heen naar binnen. Op de tast pak ik mijn telefoon die naast mijn kussen ligt. Het is pas 6.15 uur. Nog vroeg dus, maar te laat om nog terug in slaap te vallen.

Het is maandag. Een nieuwe werkweek voor de boeg. Ik heb er weinig zin in. Het weekend is voorbij en weekenden zijn voor hem. In ieder geval, de weekenden dat mijn kinderen bij hun vader zijn. Dan heb ik mijn handen vrij om leuke dingen met hem te doen. Tenminste, als zijn dochter geen roet in het eten gooit. Of zijn buien. Buiten is het koud maar in bed is het lekker warm. Ik heb geen zin om op te staan.

Naast me ligt hij nog te slapen. Naakt. Net als ik. Ik vind naakt slapen niet prettig maar omdat hij dat wil, doe ik het toch. “Wie bij mij in bed ligt, slaapt naakt”. Tegenspraak duldt hij niet.
Ik heb helaas niet zo goed geslapen. Onrustig. Toen we al in bed lagen, hebben we nog ergens over gediscussieerd. Hij denkt zo zwart-wit dat ik al gauw de moed opgaf om hem op andere gedachten te brengen. Er hangt nog iets onuitgesproken tussen ons in. En hij heeft nogal gesnurkt vannacht. Waarschijnlijk omdat hij teveel gedronken heeft gisteren. Alweer… Ik draai me om en schuif wat dichter naar zijn helft van het bed. Met mijn hand streel ik even vluchtig zijn rug.

Zijn lichaam is mannelijk. Hij reageert meteen op mijn aanraking. Zonder pardon rolt hij me op mijn rug en komt bovenop me liggen. Zijn ene hand omvat mijn nek met een stevige greep en met zijn andere hand raakt hij de zijkant van mijn lichaam aan. Hij is dominant en toch teder. Dit is voldoende om mij meteen daar te krijgen waar hij me hebben wil. Voor héél even is hij dicht bij me, en bijna líjkt het alsof er echte verbinding is tussen ons en voel ik mij gelukkig.

Dan is het moment weer voorbij. Hij slaakt een diepe zucht en rolt terug naar zijn kant van het bed. We hebben geen woord tegen elkaar gezegd. Hij keert me gewoon zijn rug toe. Letterlijk. Hij trekt het dekbed strak om zich heen en mompelt nog iets wat ik niet kan verstaan. Daarna blijft het stil. Ik blijf met wijd open ogen nog even liggen staren in het duister. Ik slik een brok in mijn keel weg. Dan sta ik maar op. Ik weet dat ik verder niets meer hoef te verwachten. Een gevoel van eenzaamheid overvalt me. In het donker kleed ik me aan en ik struikel bijna over het hengsel van mijn tas. Er is geen schemerlampje dus met het lampje van mijn telefoon aan, raap ik mijn spullen bij elkaar en prop ze in mijn tas. Elke keer hetzelfde ritueel. Ik kom naar hem, schik me naar hem. Al maanden.

Deze “relatie” bestaat omdat ík me steeds aanpas. Nooit komt hij mij opzoeken in mijn huis, nog geen enkele keer heeft hij in míjn bed geslapen. Hij kent mijn ouders niet, mijn vrienden niet, hij zit niet te wachten op mijn kinderen….In het weekend leef ik uit mijn tas. En dans ik naar zijn pijpen. Ik heb vertrouwen dat het ooit goed komt, hij heeft geen gemakkelijke tijd achter de rug, dus ik moet geduldig zijn. Maar het begint me allemaal behoorlijk op te breken, dat eenrichtingsverkeer.

Ik probeer zo min mogelijk lawaai te maken. Zijn dochter slaapt in de kamer ernaast en ze moppert als ze wakker gemaakt wordt. Ze vindt het sowieso irritant als ik er ben. Dat laat ze me iedere keer duidelijk voelen. Ze heeft geen contact meer met haar moeder en haar vader is van háár. Ze ziet mij als een grote indringer, een concurrent. Haar blik is altijd bozig. Lachen doet ze nooit. Jammer, want ze is een knappe meid. Ze heeft de looks van haar vader…
Als ik al mijn spullen bij elkaar heb, kijk ik naar de bult onder het dekbed. Geen beweging. Hij slaapt gewoon alweer. Of doet alsof. Ik bijt op mijn lip. “Wie ben jij eigenlijk?”, vraag ik mezelf in stilte af. “Je lijkt zo gemakkelijk van gedaante te wisselen, alsof je twee gezichten hebt….” Het is bijna eng.

“Ik ga hè?” zeg ik zacht. Mijn stem klinkt raar. Alsof ie niet van mij is. Geen reactie. Ik loop naar hem toe, zal ik hem een kus geven? Ik twijfel. Ik ben boos. Teleurgesteld. Dan stoot ik mijn knie aan de rand van het bed. Au. Verdomme. Tranen springen in mijn ogen. Maar ja… huilen doe ik de laatste tijd nogal snel. “Wat doe je?” gromt hij.  Ik schrik van zijn plotselinge stemgeluid. Er klinkt boosheid en irritatie in door. “Laat me toch slapen…. mens!”, gevolgd door een diepe zucht. ‘Mens’!? Noemde hij me nou MENS?? WTF.

Ik sta perplex. Dan maar geen kus. Bekijk het! Ik draai me om en verlaat de kamer. Is dit mijn dank voor wat ik hem net gegeven heb? En toch hoop ik dat hij me later vandaag nog een berichtje stuurt.

Onderaan de trap staat zijn hond, een zwarte labrador. Toen ze me hoorde, is ze meteen opgesprongen uit haar mand. “Dag meisje”. Ik aai haar over haar kop en kijk haar even in haar trouwe honden ogen aan. Ze kwispelt uitbundig. Er lijkt tenminste nog iemand in dit huis blij te zijn dat ik er ben.

Mijn sleutels zitten in mijn jaszak. De koude januariwind blaast guur in mijn gezicht zodra ik de voordeur open maak. Sneeuw knispert onder mijn laarzen terwijl ik naar mijn auto loop. Gelukkig zijn de autoruiten schoon.

Ik stap in, zet mijn tas op de bijrijdersstoel en omklem met mijn handen het koude stuur. Dan werp ik een blik naar boven, richting slaapkamerraam. Ik had een klein sprankje hoop dat hij voor het raam zou staan om me uit te zwaaien. Maar nee. Er staat niemand. Natuurlijk staat er niemand. Wat dom dat ik dat verwachtte. Gedesillusioneerd draai ik de sleutel om in het contact. Een rilling trekt door mijn lijf. En dat is niet van de kou. “Spookhuis”, mompel ik.

Nog geen 5 minuten later parkeer ik mijn auto voor mijn eigen huis. Ik voel me opgelucht als ik zie dat er bij de buren nog geen licht brandt. Wat zouden ze van me denken als ze me zouden zien thuiskomen op dit tijdstip? Ik woon hier nog niet zo lang maar toch is dit al echt mijn huisje. Het ruikt er vertrouwd, naar mijn wasmiddel en naar geurkaarsjes. Er staan bloemen op de tafel die ik van mijn moeder heb gekregen. Mijn moeder… ze moest eens weten.

Ik laat de tas van mijn schouder glijden, hang mijn jas aan de kapstok en draai de thermostaat naar 20 graden. Mijn katten kijken me slaperig aan vanaf de bank. De een rekt zich uit, de ander springt meteen op van de bank en begroet me door kopjes te geven tegen mijn been. Ik til hem op, stop mijn neus in zijn vacht. “Dag vriendje”. “Prrr prrrr”, spint hij tevreden terug. Weer prikken mijn tranen. In de keuken vul ik de bakjes met kattenbrokjes, leeg de kattenbak en loop daarna de trap op naar boven. De deuren van de slaapkamers van mijn kinderen staan open maar de kamers zijn leeg. De bedden keurig opgemaakt. Precies zoals ik het vrijdag achtergelaten heb. Ik slik mijn schuldgevoel weg.

Slechts een jaar geleden zag mijn leven er totaal anders uit. Was ik nog een getrouwde vrouw met een ogenschijnlijk heel gelukkig leven. We bezaten een koophuis en gingen elk jaar op vakantie met de caravan. Burgerlijk en voorspelbaar. Duidelijk. Veilig. Mijn kinderen hadden een vader en een moeder om zich heen. Hoefden niet steeds te wisselen van huis. Maar er kwam een andere vrouw in beeld en ik… ik zocht troost. En die kreeg ik. En toen moest ik zo nodig verliefd worden…

Ik zet de douche aan en stap eronder. Het warme water voelt weldadig. Ik heb nog 2 uur de tijd voordat ik op mijn werk moet zijn. Mijn gedachten gaan terug naar afgelopen weekend. Het was niet zo leuk als ik gehoopt had, helaas. Ik had mij er op verheugd maar ik viel van de ene teleurstelling in de andere. Zoals wel vaker de laatste tijd. We hadden weinig momenten samen. Zijn dochter eiste steeds alle aandacht op. En hij zocht ruzie. Lokte discussies uit. Dronk teveel. Maar zo gaat het steeds vaker. De minder leuke momenten volgen elkaar in steeds sneller tempo op. Hij legt de lat steeds hoger. Steeds als ik denk te weten hoe hoog de lat ligt, verplaatst hij hem weer. Wat ik ook doe en hoeveel ik ook geef, het is nooit goed genoeg. Ik raak langzamerhand uitgeput van het op mijn tenen lopen.

Hij drinkt steeds meer en vaker en wordt ook steeds gemener in wat hij tegen me zegt. Soms kijkt hij me minachtend aan of vertrekt ineens naar een vriend terwijl hij me laat zitten met zijn dochter. Terwijl ik hem heb leren kennen als een lieve en empathische man. Hij luisterde naar me, gaf me goede adviezen, hij geloofde in me, overlaadde me met complimenten. Iets wat ik zo miste in mijn huwelijk…. Maar die lieve man laat zich nog zelden zien. Hij snauwt naar me, kleineert me, gebruikt me…negeert me, om me vervolgens weer aan te trekken, grapjes te maken en daarna weer dagen niks van zich te laten horen. Ik begrijp er niks van.

En ineens zijn ze daar, de tranen. De tranen die ik zo hard probeerde in te houden. Ze zijn niet te stoppen. Ik voel een leegte zoals ik hem nog nooit gevoeld heb. Ik mis mijn kinderen. Ik mis….mezelf. Ik voel me zo vreselijk alleen. Het doet intens pijn van binnen. Ik voel het in mijn buik.

Ik zet de douche uit, droog me af, kleed me aan, voor de tweede keer deze ochtend en het is pas 7.00u…. Ik laat me op mijn bed vallen en huil met lange diepe uithalen. Het lijkt alsof mijn hart uit mijn lijf gerukt wordt. Stuurde hij me nu maar een appje..dan zou ik me vast beter voelen. Maar mijn telefoon blijft stil.

7.45 uur. Ik sta op. Kijk in de spiegel. Poeh. Rood omrande ogen. Dit komt niet meer goed vandaag. Ik zet een kop thee, installeer mezelf aan de eetkamertafel. Ik open mijn laptop en begin te schrijven. Het schrijven helpt me altijd. Het geeft me rust. Ik geef woorden aan mijn gevoel. Af en toe denk ik dat ik krankzinnig geworden ben. De woorden zoeken een weg naar buiten, mijn vingers vliegen over het toetsenbord…Tot in detail beschrijf ik het afgelopen weekend. Ik herbeleef de momenten weer. En weer rollen de tranen over mijn wangen. Ik zie als een berg op tegen een nieuwe werkdag. Leuk doen tegen klanten, ik denk niet dat ik het opgebracht krijg.

Ik check mijn telefoon. Hij zou nu toch ook opgestaan moeten zijn. Hij moet ook gewoon naar zijn werk. Waarom appt ie nu niet? Een klein en kort berichtje zou al voldoende zijn…Denkt hij dan helemaal niet aan mij? Ik weet niet meer wat ik moet doen. Zal ik hem appen? Waarom zou híj initiatief moeten nemen? Misschien stel ik me aan. Beeld ik het me allemaal in. Zo negatief was het weekend toch niet?

Maar het lege gevoel gaat niet weg. Daarnaast voel ik nog iets. Een ander gevoel wat ik niet helemaal kan duiden maar het komt het dichtst in de buurt van…schaamte. Ik begin weer te huilen. Niemand weet hoe het werkelijk in elkaar steekt. Ik speel de hoofdrol in mijn eigen toneelstuk. Hoe heb ik het zover kunnen laten komen? Waar en wanneer ben ik mezelf kwijt geraakt? Het is er in geslopen. Zijn manipulaties hebben me afgesneden van mezelf. Ik heb troost nodig, warmte, liefde, iemand die me vasthoudt en zegt dat alles goed komt… Maar het komt niet meer goed, althans zo voelt het.

Ik wil dit niet meer. Ik wil weer gewoon gelukkig kunnen zijn. Maar in plaats daarvan voel ik me klein, eenzaam en vernederd. Gebruikt. Ik voel me leeg. Ik ben uitgeput. Ik ben vermagerd. Alles wat hij me beloofde en wat ik zo graag wilde geloven… er is niets van waar gebleken. Ik heb in een leugen geloofd. Ik snik hartverscheurend met mijn hoofd op mijn armen. Het gaat niet goed met me. Verdomme, het gaat al heel lang niet goed met me….Ik heb hulp nodig maar aan wie kan ik dat vragen? Wie gelooft me? Wie zou me begrijpen? Zo zit ik een uur…de tranen zijn niet te stoppen.

De zoekbalk van Google.. in mijn wanhoop typ ik: “Als je jezelf kwijt bent….”
En dan is het daar; de website van “Het verdwenen zelf”. Ik lees en lees.. en val van de ene verbazing in de andere. Herkenning. Dit heeft een naam. Narcisme. Ik heb het woord weleens gehoord, maar hè…???? Dat is toch een behoorlijk ernstige afwijking?

“Sommige mensen gedragen zich destructief”, staat er. “Zij doen dit op een indirecte manier: ze slaan of schoppen vrijwel nooit, maar in hun directe omgeving heerst er onrust. Drama. Strijd. Onzekerheid. Ze kunnen heel boos worden en extreem reageren, maar vinden die reactie zelf volstrekt normaal. Ze kunnen met een glimlach iets vreselijks zeggen waardoor je ernstig twijfelt aan je beoordelingsvermogen.” Ik ben stomverbaasd. Dit is de spijker op zijn kop. Ik besluit mij ziek te melden voor vandaag. Mijn collega gelooft me meteen omdat ik zo snotterig klink. De rest van de dag besteed ik aan informatie opzoeken. Het werkboek van Iris Koops bestellen. Als hij appt, besluit ik hem te negeren. Maar hij appt me niet. De hele dag niet. En ‘s avonds ook niet.

Twee dagen later valt het boek in de brievenbus. Ik start zodra ik kan met lezen. Er beginnen puzzelstukjes te vallen. Hoe meer informatie ik tot me neem, hoe rustiger ik me begin te voelen. Dit ligt helemaal niet aan mij! Het boek is confronterend. Af en toe moet ik even stoppen met lezen en tot mezelf komen. Maar met elke bladzijde die ik verder kom, neemt mijn zelfvertrouwen toe. Het is bizar hoeveel er uit het boek van toepassing is op hem. Op mij. Op ‘ons’. Op de situatie waar ik in zit.

Drie maanden later
Het is een zondag in april. Ik besluit een stukje te gaan fietsen. Het is fris maar de lucht is strakblauw. Mijn hoofd is een stuk rustiger. De afgelopen maanden waren zwaar. Hij is uit mijn leven en dat ging niet zonder slag of stoot. Ik heb zijn nummer geblokkeerd, dus nachtelijke telefoontjes zijn gelukkig verleden tijd. Af en toe staat hij me nog op te wachten bij mijn werk. Hij zegt nooit iets tegen me, staat daar alleen maar te staan. Hopelijk zijn dat de laatste stuiptrekkingen. Het verdriet heeft plaats gemaakt voor opluchting.

Ik rijd op een landweggetje met aan weerszijden bomen waar al voorzichtig groene knoppen in komen. Ik stap van mijn fiets om een foto te nemen. Ik ben helemaal in het moment, in verbinding met mezelf. Dit moment is symbolisch. De weg voor me, leeg, lang en uitgestrekt. Dit is mijn leven en ik heb het stuur in handen. Letterlijk. Vanaf nu bepaal ík mijn richting.

Een week later wacht ik in de kantine van de voetbalclub tot mijn zoon klaar is met douchen. Er wachten meerdere ouders op hun kind, we zitten aan een lange tafel. Iedereen praat met elkaar maar het gaat langs me heen. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd en ben in gedachten verzonken. Iemand stoot me aan en vraagt of ik koffie wilde. “Graag’, zeg ik afwezig. De vrouw van de koffie probeert een gesprek aan te knopen maar ik heb geen zin om te praten dus ik luister niet echt. Tegenover me zit een man, hij zit geanimeerd iets te vertellen tegen een andere man. Ik bekijk hem. Hij heeft een vriendelijk gezicht. Ik kan me niet herinneren dat ik hem ooit eerder hier heb gezien of van welk kind hij de vader zou moeten zijn. Hij lacht ergens om. Doet suiker in zijn koffie, neemt een slok. Iets in hem maakt dat ik naar hem blijf kijken.

De geluiden om mij heen verstommen. De stem van de vrouw die me koffie aanbiedt, klinkt ineens heel ver weg. Plotseling kruist de blik van de man de mijne. Ik kijk in een paar prachtige bruine ogen, de mooiste die ik ooit heb gezien. Ze twinkelen. We hebben maar een paar seconden oogcontact maar dat is voldoende om te voelen dat de energie in mij begint te stromen. De man went zijn blik weer van me af en vervolgt zijn verhaal tegen de andere man. Hij neemt weer een slok koffie. De geluiden om me heen worden weer luider.

“Mam”, klinkt het naast me. “Ik ben klaar”. De haren van mijn zoon zijn nog nat. Ik sta op. We verlaten de kantine. Bij de uitgang kijk ik nog eens om omdat ik voelde dat er iemand naar me kijkt. “Kom vriend”, zeg ik tegen mijn zoon, “We gaan een ijsje halen.”

Het zonnetje schijnt en de vogeltjes fluiten. “Het is er weer voor, vind je niet?” Ik woel even door zijn natte haar en ik glimlach naar hem. Mijn zoon lacht terug. De lente is begonnen en de toekomst is veelbelovend.

15 gedachten aan “Ik heb in een leugen geloofd”

  1. wow wat een herkenning …alleen dat stukje van de voetbalkantine klopt niet voor de rest bijna alles, voor mij is dit meer dan 5 jaar geleden maar als ik dit lees komt alles weer terug op mijn netvlies ik was en ben niet gek …dat blijkt maar weer 🎭 dank je wel voor het delen.

  2. het is nu bijna 9 jaar geleden. 9 jaar geleden was is op en leeg. Uitgeput. mezelf kwijt. Een schim van mezelf. ik kon niet meer en wilde misschien wel gewoon door, want ik zag geen uitweg uit mijn leven met hem. Maar mijn kleine kids van 6 en 4 liet ik niet achter, dus dood kon óók al niet.

    15 lange jaren. en hoe langer het duurde hoe meer ik dacht dat het aan mij lag. steeds vaker dacht ik dat ik het gewoon verkeerd zag. dat het mijn schuld was. ik begreep hem niet. was niet lief genoeg, slechte moeder, slechte vrouw.
    jaar na jaar knokte ik om een beter mens te worden en verloor mezelf meer en meer. totdat…ik gewoon niet meer kon. Ik werd verliefd op een ander. Het duurde kort. Maar net lang genoeg om te beseffen dat weg moest met de kinderen.
    Toen begon de hel pas echt.
    al bijna 9 jaar vecht ik voor de veiligheid van mijn kinderen. ik ben gelukkig getrouwd. Maar ik ben niet vrij. Want nog altijd doet hij er alles aan om mij het leven zuur te maken.

    ik heb een mooi leven met mijn lieve man en kinderen. Ik HEB een leven. hij niet. na 9 jaar is zijn nog steeds enige doel mij en de kinderen kapot maken.

    Uiteindelijk blijft hij leeg achter, met niets. de liefde zal winnen en haat en verderf niet. Ik kom er wel, maar vrij ben in al bijna 25 jaar niet…

  3. Echt wat een herkenning, ik geloofde het ook niet toen veilig thuis zei u zit met een giftige plant, dacht wat zegt u nou. ben mij ingaan verdiepen, en idd wou snel weg, maar was bij hem ingetrokken door foute beloftes.
    kind wat bij hem kwam in het weekend moest mee doen en lachen. er is bijna hetzelfde gebeurt wat jij beschrijft…
    geloofd worden nee dat gelooft echt niemand, begrijp je ook alleen als je het zelf meegemaakt hebt van dichtbij.
    nu herstellen van al die ellende, gun mijn eigen vijanden dit nog niet eens. dikke knuffel voor iedereen die er mee te maken heeft of heeft gehad en hoop dat jullie je zelfvertrouwen weer zal krijgen.

  4. Stil lees ik jouw verslag van dit weekend wat zovele weekenden vooraf en nadien misschien zo verliepen.
    De herkenning van dit gevoel kikt in als een weten. Ik weet dit al zo lang.
    En toch ook zie ik de worsteling van hem en zijn vraag naar “help me alsjeblieft” En precies dat houd me tegen, de zelfreflectie en het proces waar hij zich in heeft begeven met therapeuten en gidsen die hem corrigeren. Dat dit zeldzaam is weet ik ook. De wil om te groeien en wijs en in balans te zijn. Jammer genoeg gaat dit niet over mij en wat er tussen ons gebeurd is maar de volgende partner van hem zal vruchten plukken welke ik geschild heb. Want hij noemt het :”wij passen niet bij elkaar” Waar ik heel ongelukkig en onrustig van wordt zijn inderdaad die drama,s van financieel wanbeheer. En de megagrote plannen in het recente verleden. Het leven “on the edge”. We praten hierover en hij erkent het als zijn angst om te verbinden. Behoefte aan controle ook. Mijn controle verloor ik al langer geleden totaal. Ik leefde zijn leven en mijn erfenis verdween grotendeels diep in de put van de deurwaarders welke steeds weer aanbelden en beschreven. Ja ook spullen van mij. Er stonden immers geen stickers op. Ik dreef op zijn liefde en zijn intense warmte. Deze is altijd gebleven. Wij spreken uit dat we zielsveel van elkaar houden maar geen relatie kunnen hebben want hij moet zichzelf in orde maken. Ik zou alle vrouwen die graag met hem samen zijn omdat men zegt :”als jij binnen komt, gaat bij mij de zon schijnen” willen vertellen wat er vervolgens met je gebeurd als je dit elke dag van dichtbij wilt, willen waarschuwen. “You put a spell on me” hoe vaak dat liedje door mijn hoofd gaat.
    Ik liet een lieve zorgzame partner achter we waren 18 jaar samen. Ik werd verliefd op mijn lifecoach. Mijn lieve zorgzame partner is nog altijd daar. Ik heb het geluk om geliefd te zijn en trouw te ervaren. Een meesterlijk karakter te ervaren.
    Eergisteren werd ik 65 jaar. Dit nieuwe jaar staat in het teken voor mij van mijn talenten. Ik schrijf, acteer, fotografeer, schilder en zing. Ik ga mezelf weer terug vinden ,hoe dan ook.
    Doe dat , sluit dit jaar af met tenminste dit voornemen. En houd het levend door het symbolisch in een beeld te gieten. Een beeld dat alleen jij begrijpt. Wat jou telkens herinnert aan wie je bent en wie je was voordat je in deze situatie kwam.
    De liefdevolle jij, de scheppende jij, de compassievolle jij.
    En daar vind hij {of zij} hoe dan ook het antwoord op. Door niet te doen, of door alles te doen. Laad je hiermee op. Houd vol.

  5. Dag Michelle,

    Ik heb jouw verhaal ademloos gelezen en daarna meteen herlezen.
    Omdat het zo herkenbaar is, maar ook vanwege jouw schrijftalent.
    Wat zet je alles vloeiend op papier! Ik hoop vaker wat van je te lezen hier.
    Heel fijn dat je jouw stappen nu in het zonlicht en in vrijheid zetten kunt.

    Lieve groet,
    Aurora

  6. Toch ongelofelijk dat dit bestaat dat dit gebeurt. Mensen die slachtoffer zijn en jaren lang hier last van hebben in hun leven. Ik had nooit gedacht dat ik het zou meemaken ben normaal sterk en positief. Na 8 maanden een relatie te hebben met ik denk een narcist ben ik niet meer wie ik was. Ik was blind en doof en wilde zo graag samen een mooie tijd hebben.
    Ik mis hem nog steeds maar dat komt hoe hij in mijn hart kwam de eerste tijd.
    Hij heeft achteraf zoveel gelogen zelfs dat zijn moeder op sterven ligt terwijl die springlevend is. Over werk ,geld soms huilen etc. Nooit geïnteresseerd in mijn leven het ging altijD over hem . Het enige waar hij wel goed is was waren knuffels en intimiteit dat leek echt . Hij zei ooit zich leeg te voelen en weinig te voelen dat klopt denk ik wel. Ik dacht dat komt door de lockdown toen in het begin. Achteraf heeft hij dus al 4 jaar een relatie en zij denkt dat ze volgend jaar gaan trouwen. Hij stond op 4 datings sites
    Toen ik daarachter kwam heeft hij me meteen geblokkeerd. Nooit meer gesproken niets meer . Ik kon alleen maar huilen. Na maanden leuke avonden,gezellige etentjes, bioscoop nu niets meer geen excuus geen uitleg.
    Heb er veel last van wil hem zo graag zien en praten. Hij heeft veel gelogen en verzon allerlei verhalen. Soms wel snauwen maar daar ging ik meteen tegenin. Ik hoop dat het ooit weer een herinnering wordt zonder te veel emoties erbij . Nu schiet het alle kanten op. Boosheid, medelijden, wraak (wil het iedereeen laten weten die hij kent)
    Hoop dat de tijd heelt . Maar als hij voor me deur staat laat ik hem zo weer binnen . Niet dat hij dat gaat doen. Ik ben nog steeds verdrietig terwijl ik zulke lieve vrienden en familie heb. Wil het loslaten. Ik denk weleens laten we de narcisten bekendheid geven ipv zwijgen

    1. Dag Puck,

      Wat een nare ervaring voor je.
      Laat de pijn die je voelt toe, het mag er zijn.
      Misschien kun je eens informatie opzoeken over Codependency. En heb je de boeken gelezen van Iris Koops? Er is een weg hier uit, ook voor jou. Sterkte.

      Liefs Michelle

  7. Hallo Michelle,
    Nog even een late reactie van mij. Was niet eerder in de gelegenheid om te reageren.
    Dank voor je column.
    Ook ik heb in een leugen geloofd, beduvelde mijzelf en anderen, doordat ik mezelf en hen een verkeerd beeld voorspiegelde van wat er werkelijk aan de hand was, ik wist toen nog niet dat verborgen narcisme bestond, dus ging erin mee door hem te pleasen.
    Hoe vaak hebben we onszelf gegeven aan ex man/ aan haar ( is mijn narcistische moeder) , we voelden ons er niet prettig bij, maar durfden geen nee te zeggen, dat hoorde immers niet volgens opvoeding en RK kerk.
    Eerst heeft mijn man mijn vriendinnen eruit gewerkt en later mijn familie. Het liegen en bedriegen gaat hem makkelijk af, nu leef ik al jaren buiten mijn gezin, geen enkel contact. Hij is een kameleon, verandert steeds van gedaante. Niet mee te leven, toch ging ik door met mezelf aan/ voor hem te geven /leeggeven.
    Ik verlangde zo naar liefde en echt (- elijk) contact.
    Weg hoop, weg verlangen.
    Anderen moesten eens weten wat er echt speelde in ons gezin. Mijn narcistische moeder mocht het zeker niet weten, ze had hem afgebrand waar anderen bij waren.
    Mijn ex had al 2x een andere relatie gehad binnen ons huwelijk en toen het voor de 3e keer gebeurde, wat ik ontkende naar anderen , maar wat al een jaar speelde, was voor mij de maat vol. Ik werd lichamelijk en geestelijk ziek van hem. Nooit was het goed genoeg voor hem, altijd wilde hij meer.
    De leegte in mij ging steeds meer pijn doen, pure eenzaamheid.
    Soms overvalt het gemis van mijn gezin me ineens, kijk ik terug naar wat eens was en…sta met beide benen weer op de grond. Altijd weer die twijfel- was het dan allemaal mijn schuld?, stel ik me aan, denk ik verkeerd?
    Oude pijn uit mijn jeugd komt boven en ik ga verbanden leggen en snap het soms. Wie gelooft mij?
    Ik voel me klein, eenzaam en vernederd, voel me gebruikt.
    Tot ook ik ging lezen over ( verborgen) narcisme, alles kon ik afvinken. Ook ik was stomverbaasd en blij dat het een naam had.
    Vanaf die tijd bepaal ik mijn richting en voel me vrij en gelukkig. Hoop en bid dat de ogen van mijn kinderen open zullen gaan en van vele anderen.
    Mijn ex is na verschillende korte en een relatie van 10 jaar nog steeds/ weer alleen. Jammer voor die vriendinnen van hem dat zij dit mee moesten maken. Ook zij waren slachtoffer.

    Veel sterkte en liefs!
    Merel (73)

Geef een reactie

Alleen de voornaam of een pseudoniem wordt bij plaatsing gebruikt. Het e-mailadres wordt niet getoond in de reacties.

Bij het plaatsen van een reactie ga je akkoord met de richtlijnen. Op basis hiervan worden de berichten ook gemodereerd. Het kan daardoor enige tijd duren voor je reactie zichtbaar is op de website. Stichting Het Verdwenen Zelf behoudt zich het recht voor om reacties aan te passen of niet te plaatsen.