Waarom ging je niet weg?

 Dit is een gastcolumn van Benthe

 ‘Waarom ging je niet weg?’

Het is misschien wel de meest gestelde vraag wanneer iemand vertelt over de destructieve, vaak gewelddadige relatie waarin hij of zij maanden, jaren, soms decennia lang heeft gezeten.

Waarom stellen mensen deze vraag? Waarom ging ik inderdaad niet eerder weg? Het heeft er volgens mij alles mee te maken dat veel mensen – inclusief ikzelf, voordat het me overkwam – niet weten hoe huiselijk geweld er werkelijk uit ziet.

Een verkeerd beeld van huiselijk geweld
Wat is huiselijk geweld? Ik denk dat ik die vraag jaren geleden in alle onwetendheid zou hebben beantwoord met: ‘als een man zijn vrouw slaat’. Het was oprecht het beeld dat ik had van huiselijk geweld. Een vrouw die in een uit de hand gelopen ruzie plots door haar man in het gezicht wordt geslagen en er een flink blauw oog aan overhoudt. Ik weet niet waarom dit mijn beeld was. Ik had het misschien zo gelezen in boeken? Ik had het misschien zo gezien op tv?

Het was in ieder geval een veel te simplistisch beeld: een beeld dat uitgaat van een plotselinge fysieke geweldsuitbarsting, een beeld dat geen rekening houdt met een geleidelijke aanloop, een beeld dat geen rekening houdt met psychische terreur, een beeld dat ook ten onrechte automatisch de vrouw als slachtoffer en de man als pleger ziet.

Het was een beeld met tekortkomingen. Het bleek vooral een beeld dat mij jarenlang in de weg heeft gestaan aan het kunnen doorzien van mijn eigen dagelijkse realiteit.

Love bombing
Ik heb mijn man via via leren kennen. Hij was 12 jaar ouder dan ik, had een vlotte babbel en lag goed bij de vrouwen. Hij was voor mij – toen als jong meisje – behoorlijk interessant. Ik was weg van hem. We kregen een relatie en hij stelde me voor aan zijn vrienden als ‘zijn droomvrouw’. Hij was verzorgend en romantisch. Hij kookte voor me, stak kaarsjes aan, schreef lieve briefjes en bracht me zelfs wel eens ontbijt op bed. Hij was er voor me als ik hem nodig had en hij was beschermend. Ik had me nog nooit zo bijzonder en geliefd gevoeld.

‘Je valt tegen’
Hij wilde na een paar maanden al samenwonen. Ik vond dat snel, maar trok toch bij hem in. We deden leuke dingen, maar al gauw kwamen er scheurtjes en brak een periode aan van aanwijzingen en kritiek. Ik moest andere kleren aantrekken, minder make-up dragen, minder hard lachen om grapjes van zijn vrienden en kennissen niet meer begroeten met drie kussen. Hij zei dat hij mijn lichaam niet mooi vond en dat mijn tanden niet wit genoeg waren. Het huishouden deed ik ook niet naar wens. Een paar maanden later gaf hij zelf de samenvatting: ‘je valt tegen’.

Doe eens wat harder je best
Ik voelde me onzeker en tegelijkertijd verantwoordelijk voor het beeld dat hij van mij had gekregen. De man die me zo hoog had zitten, die zo hoog over me had opgegeven, die zo gek op mij was, had ik weten teleur te stellen. Ik was een tegenvaller. Ik was zo vreselijk verdrietig en tegelijkertijd zo verliefd op hem, dat ik er alles aan deed om zijn beeld van mij te herstellen. Ik keek in de spiegel. Ik had een goed figuur en normale witte tanden, dus die kritiek kon ik eigenlijk niet helemaal plaatsen. Ik begon wel te denken dat mijn gedrag inderdaad misschien anders kon, dat ik wat meer rekening met hem mocht houden, dat drie kussen geven aan kennissen ook niet leuk was voor hem, dat ik ook wat beter mocht leren strijken. Ik deed mijn best om aan zijn verwachtingen te voldoen. De lat lag hoog, maar als een braaf hondje dat sprong, wist ik die lat wel te raken. Gelukkig. Ik kon weer even ontspannen. Ik had het goed gedaan.

De lat bleef echter nooit lang op dezelfde hoogte steken. Het moment dat ik de lat weer had aangetikt, werd deze meteen weer door hem omhoog gelift. En nog wat hoger. En nog wat hoger. Ik deed mijn uiterste best, maar het was nooit goed genoeg. Ik had links het gat nog niet gedicht of ik had rechts alweer een steek laten vallen. Ik had een continu gevoel van falen.

Er waren in de tussentijd ook goede perioden, maar een gevoel van verantwoordelijkheid en opperste paraatheid was onder mijn huid gaan zitten en trok ook niet meer weg. En hij zorgde er wel voor dat ik daarin ook niet kon ontspannen. De verwachtingen waren hoog. De consequenties bij falen waren voor mij ondraaglijk. De verbinding was dan weg, ik stelde niks meer voor, ik zou dat tot in den treure horen of ik zou worden genegeerd. Het enige wat ik wilde, was dat vermijden en me ‘samen’ met hem voelen. De goede fases die zich tussendoor aandienden, waren voor mij het bewijs dat het toch mogelijk was om het samen goed te hebben. Als ik maar niet voor problemen zorgde. Maar ik moest er steeds harder voor werken om dat verwijt niet te krijgen.

Grenzen verleggen
Het was een relatie met twee kanten: aan de ene kant op eieren lopen, aan de andere kant leuke dingen doen, samen een leven opbouwen, trouwen en een gezin stichten. Het moment dat we een baby’tje verwachtten, werd hij nog kritischer en ging hij grenzen verleggen om mij te conditioneren. Ik vermoed een gevoel van ‘ze gaat nu toch niet meer bij me weg’. Het ging van kritiek en aanwijzingen naar soms uitschelden, naar veel uitschelden, naar heel veel uitschelden. ‘Kutwijf.’ ‘Hoer.’ Ik kon wel tegen hem zeggen dat ik dat niet fijn vond, maar dan deed hij het juist. Het was net als in de auto: als ik zei dat ik ‘dat liedje op de radio geweldig vond’, switchte hij meteen naar een andere zender, en als ik zei dat ik ‘dat liedje op de radio vreselijk vond’, dan zette hij het volume extra hard. Ik maakte het erger door aan te geven wat ik fijn en niet fijn vond. Ik overleefde beter door er niks meer van te zeggen. Ik had bovendien de verantwoordelijkheid voor een baby’tje om de boel gesust te houden. Ik slikte en zweeg.

Er kwam – over een lange periode – heel, heel geleidelijk wat fysiek geweld bij kijken. Er kwam eens een duw, wat getrek, me aan mijn haren trekken of me klemzetten tegen de muur. Nee, allemaal niet fijn, maar ik werd niet geslagen, toch? En ik was misschien ook te lang doorgegaan met praten of discussiëren. Voor een duw of een trek ga je toch niet weg? ‘Overal is iets’, hield ik mezelf voor. Ik werd een kei in relativeren en focussen op het goede. Ik werd er zo goed in dat ik de negatieve kanten van onze relatie kon ontkennen. Aan het oppervlak dan. Want ergens diep van binnen wist ik toch wel dat het niet klopte.

Geen ontkennen meer aan
De balans tussen goede en slechte momenten raakte verder en verder zoek. Het geweld nam toe, zowel psychisch als verbaal als fysiek. Waar vroeger een hele discussie nodig was voor een kleine geweldsuitbarsting, was nu het geven van mijn mening al voldoende voor fors fysiek geweld. Nee, nog steeds niet in mijn gezicht geslagen, maar wel geknepen, geslagen op mijn armen, tegen de muur gebonkt, naar de grond gewerkt, eten over me heen gegooid. Ik mocht niet huilen van hem. Ik mocht er ook niet over praten. Ik kreeg alleen de dagen erna van hem terug ‘dat het mijn schuld was’ of ‘dat ik het me verkeerde herinnerde’ of ‘dat het niet was gebeurd’. Ik twijfelde. Vaak. Zelfs ondanks de blauwe plekken. ‘Ben ik nou gek aan het worden? Ik verzin dit toch niet?’. Soms dacht ik het. Soms sprak ik het uit. Maar ook dat maakte de situatie erger. ‘Je bent zo labiel als wat. Je bent overgevoelig. Het is tijd dat je hulp gaat zoeken’, was dan zijn advies.

Het laatste half jaar van onze relatie ben ik me er pas bewust van geworden dat ik slachtoffer was van huiselijk geweld. Ik werd er door mijn huisarts op gewezen. En hoewel ik er al jaren in zat, was ik echt in shock van deze conclusie. ‘Maar ik ben nog nooit in mijn gezicht geslagen’, was wat ik zei. ‘Ik ben intelligent en hoogopgeleid’, was wat ik dacht. Alsof dat er ook maar iets mee te maken had.

Ik begon informatie te vergaren en stuitte daarbij op de website van stichting Het Verdwenen Zelf. Alles dat ik daar las riep zoveel herkenning bij me op. Alles begon op zijn plek te vallen. De informatie die ik daar vond hielp me beseffen waar ik in verzeild was geraakt. En hielp me ook voet bij stuk te houden als mijn ex me waar eens aan het twijfelen wilde brengen. Ik was niet gek, het lag niet aan mij.

De schaamte was te groot om het aan iemand te vertellen. De angst voor alle adviezen ook, want ‘je moet bij hem weg’ was iets wat ik kon verwachten, maar waarvan ik nog niet eraan toe was om het te horen. Ik wist ook wel dat ik weg moest. Maar ik kon het nog niet. Ik was er niet klaar voor om de sprong te wagen. Ik was niet klaar voor alle ellende die dan komen ging. Ik was er niet klaar voor om ons kindje met gescheiden ouders te laten opgroeien. Ik was er nog niet van overtuigd dat ik niet het probleem was.

Ik trok me terug en nam me voor niets te doen wat ook maar iets van een geweldsuitbarsting zou kunnen triggeren: niet teveel mijn mening geven, niet te lang doorpraten, niet meediscussiëren. En toch hield het niet op. Het geweld nam niet af. Het werd alleen maar erger. Ik heb uiteindelijk nog ‘maar’ een paar forse fysieke geweldsincidenten nodig gehad om me te kunnen realiseren dat geen enkel woord, geluid of houding van mijn kant het tij had kunnen keren. Ik was niet het probleem. En toen was ik er klaar voor om te vertrekken: in eerste instantie nog niet eens voor mezelf, maar voor ons kindje van toen 8 maanden oud dat ik zo niet wilde laten opgroeien.

Waarom ik niet wegging
De buitenstaanders horen vaak alleen van het laatste incident. Ik hoor mensen vaker zeggen: “als mijn partner mij één keer zou slaan, zou ik weg zijn”. Ja, ik misschien ook, als ik nog helder van geest was, als mijn kompas nog naar behoren had gefunctioneerd, als ik niet gedesoriënteerd was geraakt, als ik mentaal gezien nog dicht bij mezelf stond, als die klap ‘out of the blue’ zou komen, als die klap geen verdere voorgeschiedenis zou kennen. Maar zo werkt huiselijk geweld (vaak) niet.

Dus..

Waarom ging ik niet weg?

Omdat ik met een verkeerd beeld van huiselijk geweld rondliep. Omdat ik me lange tijd geen slachtoffer van huiselijk geweld voelde. Omdat geweld er zo geleidelijk insluipt. Omdat die ‘shock’ van een vuistslag in het gezicht niet komt. Omdat er heel, heel veel psychische mishandeling aan voorafgaat. Omdat ik was gaan twijfelen aan mijn eigen realiteit. Omdat ik geloofde dat het mijn schuld was. Omdat de relatie niet alleen maar kommer en kwel was. Omdat ik mijn gezin bij elkaar wilde houden. Omdat ik bang was voor het gat waar ik in zou moeten springen. Omdat het abnormale normaal was geworden.

Het is voor het eerst dat ik over mijn verleden schrijf. Ik schrijf dit blog omdat ik het belangrijk vind dat zo veel mogelijk mensen zich realiseren hoe huiselijk geweld er uit ziet. Ik hoop dat mensen die dit overkomt of overkomen is, een stukje erkenning en herkenning vinden in mijn verhaal. Slachtoffers die meer informatie over psychisch geweld zoeken verwijs ik graag door naar https://verdwenenzelf.org. In het oerwoud van informatie is hier wat mij betreft de juíste informatie te vinden. Naast de website zijn de boeken van Iris Koops heel behulpzaam en Het Verdwenen Zelf heeft een netwerk van 30 gespecialiseerde professionals opgebouwd, zodat ze slachtoffers aan een passende therapeut kunnen koppelen. Ik hoop ook dat buitenstaanders zich ervan bewust worden hoe huiselijk geweld eruit ziet zodat ze hier beter op kunnen anticiperen en reageren. Ik hoop dat professionals de dynamiek van huiselijk geweld beter kunnen doorzien en niet alleen focussen op het tastbare, zichtbare, fysieke geweld, maar vooral ook oog gaan hebben voor het onzichtbare leed, psychisch geweld, dwingende controle en intieme terreur. Het verdwenen zelf biedt ook voor hen gerichte informatie en trainingen.

Huiselijk geweld is namelijk niet alleen die vuistslag in je gezicht.

Liefs,

Benthe

GGZ.nl publiceerde deze blog ook op haar website >>> Huiselijk geweld | ‘Waarom ging je niet weg?’ – ggz.nl. De redactie vond het een sterk stuk dat alle vooroordelen goed omschrijft en heel helder en aansprekend vertelt hoe complex en ongrijpbaar narcistische mishandeling daadwerkelijk is.

17 gedachten aan “Waarom ging je niet weg?”

  1. Alles behalve het lichamelijke geweld, is ook mijn verhaal.

    Ook ik ging niet want ook ik wilde niet dat ons kind in een gebroken gezin opgroeide.

    Want wij zouden de wereld wel eens bewijzen, dat als je écht voor je relatie knokt, je niet uit elkaar hoeft te gaan.

    En ik nam me in stilte voor, om te gaan als mijn kind er schade door zou lijden. En zo bleef ik en had ik een missie. En werd ik stiller en werd mijn ruimte steeds kleiner. En hij gebruikte ook ons kind in zijn narcistische buien, want alles moest op mijn manier.

    Zelfs toen ons kind me begon te vertellen dat ik altijd van mening veranderde als hij zich ermee bemoeide.

    Nu ben ik gescheiden want ons kind is inmiddels volwassen en het huis uit. Dus mijn missie had ik volbracht.

    Maar wat voel ik me nu schuldig naar mijn kind, dat ik zo ben doorgegaan. Want ik leer nu zien wat deze relatie met mij heeft gedaan. Ik ben met complexe PTSS uit de relatie gekomen.

    En ik begin nu dingen van mezelf bij mijn kind te zien. En ik realiseer me dat hij wellicht ook emotioneel beschadigd is. En dat doet me oneindig veel pijn en verdriet…

    Take care,
    SummerMoon

    1. Hoi Summermoon,

      Dankjewel voor je reactie en wat erg dat je je er in herkent.
      Er gebeurt volgens mij van alles zodra er een kindje bij komt kijken: de pleger gaat nog meer grenzen over (‘ze gaat nu toch niet meer weg’) en het slachtoffer laat grenzen nog meer vervagen (‘ik wil bij elkaar blijven voor ons kind’).
      Ik begrijp je schuldgevoel! Maar je bleef uit liefde voor je kind.
      En nu je zelf meer inzicht erin hebt kun je op die manier heel betekenisvol zijn voor je kind.
      Het is niet jouw schuld.
      Sterkte!

      Groetjes Benthe

  2. Beste Benthe,

    Ja, zoals jij het beschrijft, is het precies bij mij ook gegaan.

    En die vraag waarom ging je niet weg? Zo moeilijk uit te leggen, kost je ook veel energie. Maar ook ik wil dit niet stilhouden. Vertel het toch! In de hoop dat mensen een beter inzicht krijgen hoe het werkt/toegaat in een narcistische relatie.

    Wat goed van je om dit te schrijven en te delen.

    Hopelijk dat er op politiek terrein ook de zeer noodzakelijke wetten komen zoals in al vele landen om ons heen waar psychische misbruik wel strafbaar is en niet alleen fysiek geweld zoals nu in Nederland bestraft wordt.

    Het ga je goed, sterke vrouw.

    1. Hoi Evelien,

      Dankjewel voor je reactie en erg om te lezen dat jou hetzelfde is overkomen.
      Ik ben helemaal met je eens dat er meer aandacht moet zijn voor psychische mishandeling.
      Fysieke mishandeling zorgt voor blauwe plekken, maar psychische mishandeling zorgt voor krassen op je ziel.
      En die gaan maar heel moeilijk weg.
      Hou je haaks!

      Groetjes Benthe

  3. Lieve Benthe,

    Je bent een kei in het juist omschrijven van je gevoelens!

    Ik heb mijn manuscript klaar over de emotionele verwaarlozing die ik vijftig jaar lang heb gekend van mijn vader.

    Ik hoop op een boek….

    Wens je het allerbeste voor de toekomst.

    Groet,
    Daniëlle

    1. Daniëlle,

      Wat geweldig dat het manuscript voor je boek klaar ligt. Heel bijzonder dat je dit kunt, want het erover schrijven kan ook een enorme trigger zijn en voor flashbacks zorgen. Aan de andere kant is schrijven ook een bekende manier om met dat wat je is overkomen bezig te zijn en het te verwerken en letterlijk het hoofdstuk af te ronden en door te gaan met het volgende, nieuwe hoofdstuk.

      Take care,
      Summermoon

    2. Dankjewel Daniëlle voor je mooie compliment.
      Ontzettend naar dat je zelf ook een hele pijnlijke geschiedenis in je rugzak hebt.
      Hopelijk wordt je manuscript opgepakt!
      Het ga je goed.

      Groetjes Benthe

  4. Hai Berthe,

    heel duidend beschreven, knap van je. Veel mensen zullen iets aan je verhaal hebben, herkenning, erkenning, bevestiging, troost. Enorm belangrijk.

    Me too is wat ik kan zeggen, behalve het fysiek geweld.
    Het heeft lang geduurd en het is ook al lang geleden maar de sporen zijn er nog altijd. De positieve kant, je bent wanneer je er uit bent .. sterker, krachtiger, vrediger, veerkrachtiger en onafhankelijker dan je was.

    L Diane

    1. Hoi Diane,

      Dankjewel voor je reactie! Dat is inderdaad mijn doel: mensen bereiken, herkenning en erkenning ermee geven en omstanders laten realiseren hoe het er echt aan toe gaat.
      De sporen zullen blijven, maar we komen er inderdaad sterker uit.
      Hou je haaks!

      Groetjes Benthe

  5. Als kind van narcistische ouders krijg je dan soms de omgekeerde opmerking als je het niet meer aankan. ‘Maar het blijven wel je ouders!’
    De verantwoordelijkheid wordt in de schoenen van het slachtoffer geschoven maar het is gewoon nooit goed en vooral niet consequent.

  6. Ja waarom ben ik niet opgestapt?
    Mijn huisarts had het mij op mijn 40e al verteld, ” ga weg, neem je kinderen mee, dit wordt nooit iets!” Over narcisme en dat het bestond, wist ik toen nog niets en werd ook niet benoemd. Ik ben nog 10 jaar gebleven voor de kinderen. Ik was bang dat ik hen kwijt zou raken . We hadden een boerderij en samen 5 kinderen. Dat laat je niet ” zomaar” in de steek.
    Wat heb ik geworsteld, steeds mezelf weer bij elkaar geraapt en doorgegaan in het oude patroon, totdat…hij voor de 3e keer een ander had binnen ons huwelijk. Hij wilde op Anton Heiboer gelijken en een harem vormen. Ik NIET!.
    Na de 3e ??? stiekeme relatie , ben ik opgestapt. Tijdens mijn herstel, na operatie, werd dit door haar buren al aan mij verteld, ik heb het weer ontkent, want hij had onder tranen, beterschap beloofd. Dus niet, weer ontrouw.
    Daar stond ik dan met lege handen, veel mensen die tegen mij waren, ook 4 kinderen.
    De 5e is ook voor hem gezwicht, zijn leugens en mooie praatjes. Zij vormen een bolwerk tegen mij. Zo triest, ik wil hen helpen, er voor hen zijn , maar hoe?
    Uiteindelijk win je het nooit van een narcist.
    Toch was mijn opstappen een groot cadeau voor mijn kinderen, alleen hebben ze het cadeau nog niet uitgepakt.
    Het was winst voor mij, al ben ik ze alle 5 kwijt/ het boerenleven en vele lieve vrienden van toen.
    Daarvoor in de plaats: ik heb mezelf teruggevonden, heb leuk werk in de zorg en heb lieve mensen om mij heen.
    Dank voor je delen met ons!
    Liefs!
    Merel ( 73)

    1. Wat een heftig verhaal Merel.
      Inderdaad, het voelt alsof je het nooit kunt winnen van een narcist.
      En opstappen leidt inderdaad vaak tot veel puinhoop en grote prijzen die je ervoor moet betalen.
      Dat vind ik echt heel verdrietig voor je.
      Aan de andere kant win je altijd 1 ding wel ermee, en dat is jezelf terugkrijgen.
      Heel veel sterkte!

      Groetjes Benthe

  7. ‘Huiselijk geweld is namelijk niet alleen die vuistslag in je gezicht’.
    Dit is voor mij persoonlijk de top zin uit dit artikel waarvoor grote dank. Ik ga die zin opschrijven in mijn opschrijfboek. Ik zat instemmend te knikken bij het lezen van dit artikel. Voor mij was die zin kenmerkende voor een laatste episode van een hele nare destruktieve relatie/destruktief huwelijk waarin ik zat. De vuistslagen waren toen erg zichtbaar. Ik heb de fotos ervan bewaard omdat dit niet voorbij is, nimmer voorbij is en mag gaan.
    Hiermee bedoel ik de gebeurtenis en het impact ervan op mijn gehele leven.

    De vuistslag kwam bij mij als volwassen vrouw. Gedreven door alweer een konflikt en ruzie stond ik tegen een muur, letterlijk van de woonkamer waar ik de genadeloze slagen en tortureringen moest ondergaan. Dat moment was de strop, het kaartenhuis stortte weer finaal in en ik zelf stortte ook in, finaaal en helemaal.
    Wat mij laatst opviel is, deze muur van de woonkamer is leeg. Als enige muur is deze kaal, er hangt niets terwijl alle andere muren wel bekleed zijn. het is de schand muur, de executie muur, de plaats van wonde. Aangezien ik een spiritueel mens ben heb ik deze muur een blessing geschonken. Ik heb de muur geschoond en geeerd en doe dit nog wel eens. Ik heb de muur eerder behuild , soms verweten en veracht ook, alle zeer zag ik erop Tot ik later de muur heb beschreven en verwoordt,

    Dit helingsproces vergde vele kleine stapjes. Wat ik merkte is, toen de zwarte, paarse, en blauwe plekken weg waren uit mijn gezicht. Toen de zwellingen verdwenen in licht rose schaduwen die mijn wangen nog sieren.
    Toen was het voor vele om mij heen over, omdat ik iemand ben die flink is in beschrijvingen wil dit niet zeggen dat ik gestopt ben met huilen, met bloeden, met rouwen om de verdwenen stukjes. Als mensen zeggen je hebt blosjes op je wangen of soms, je bent rood op je wangen, heb je het warm? Dan denk ik slechts…..Je moest eens weten waar die blosjes vandaan zijn gekomen…..

    De doofpot bestaat nog, zo ook het geloof dat je er vooral maar een deksel moet opsmeden. Er ligt nog steeds en te vaak te veel vergeten stof onder de mat. Hierbij spreek ik vooral de wens uit dat een ieder zichzelf af en toe een klein momentje kan gunnen, van licht want ECHT, HET MAG

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *