De brief die nooit is weggegooid

Dit is een gastcolumn van Heidi

Twintig was ik toen ik de brief schreef. Een brief die een soort aardbeving veroorzaakte. De brief waarop mijn broer me zus-af verklaarde. De brief die mijn broer de zin ontlokte ‘Je bent gek en je zult zelf wel weten wat je hebt, want je studeert ervoor.’ Het werd mijn mantra.

Ik was het huis met 18 ontvlucht door een studie te kiezen die niet vanuit mijn ouderlijk huis dagelijks te bereizen viel. Minstens twee jaar lang had ik gebroed op dit plan en het was me gelukt. Dat ik ieder weekend thuis moest zijn om mijn weekgeld op te halen nam ik voor lief. Kwam ik een weekend niet thuis dan was dit geld verloren, kreeg ik het niet alsnog een week later. En dat ging natuurlijk niet. Dus die klem werkte perfect.

De studie zelf was een laffe keuze. De opleiding voor fotografie vereiste een toelating wat ik met mijn lage zelfbeeld niet aandurfde. Jaren van passievol fotograferen, urenlange ervaring in de doka waren in mijn ogen niet voldoende een gooi naar de toelating te doen. Het feit dat het dezelfde hobby was als die van mijn vader maakte dat ik in een niet te begrijpen spel was beland van trots en afwijzing. Naar buiten toe schepte hij er enorm over op, op een manier waardoor hij enorm in het licht kwam te staan, naar binnen toe werd ik bedolven onder kritiek en was er nooit een foto goed genoeg. Het was de fotograaf waar ik mijn bijbaantje had die mijn talent herkende en me stimuleerde deze te ontwikkelen. In plaats van salaris kreeg ik een fototoestel, mocht ik mijn foto’s tegen zeer gereduceerde prijzen af laten drukken. Mijn vader zag het met lede ogen aan.

Intuïtief voelde ik aan dat ik van mijn passie beter niet mijn beroep kon maken. Ik liet de toelating los en schreef me in bij een opleiding waar geen toelating vereist was en de vakken me enorm aanspraken. Mijn doel was niet mijn toekomstige beroep te kiezen, mijn doel was het huis te verlaten!

En dat was gelukt. Ik had de tijd van mijn leven. Per ongeluk boeide de opleiding, jeugdwelzijnswerk, me enorm. Eindelijk vond ik antwoorden op de situatie waar ik uitkwam. Nee, nog niet met naam en toenaam. Maar een ander talent was ontdekt. De klik met jongeren in probleemsituaties.

Maar na twee jaar begon de situatie weer te knellen. De weekenden stonden bol van spanning. Ik snakte naar af en toe een weekend niet thuis komen maar daar was geen sprake van. Ik was gelukkig, buiten het gezin, en dat was duidelijk niet de bedoeling.

En toen schreef ik de brief. In mijn geheugen een brief waarin het erop of eronder was. Er met elkaar uitkomen of met elkaar breken. Maar dit laatste kon helemaal niet want ik zou geen financiële middelen hebben om zelfstandig verder te gaan.

De brief zo dapper verzonden, bracht me dichtbij een zenuwinzinking. Als de telefoon ging, stond mij hart bijna stil. Was ik in een restaurant en ging daar de telefoon, vroeg ik me af hoe hij wist dat ik daar was. Totale waanzin. Mobiele telefonie was nog niet in beeld.

Maar ik hoorde uiteraard helemaal niets.

De dag kwam dat ik naar huis moest. Met lood in mijn schoenen betrad ik het oorlogsgebied. Ik zie nog het pad wat ik liep, ik voel nog de ijzige sfeer waarin ik binnenstapte. De achterdeur, de eettafel waar ze alledrie zaten. Mijn vader, moeder en broer…

In eerste instantie was het stil. Daarna de begroeting van mijn vader…. ‘Ah daar hebben we onze brievenschrijfster!’ Op de inhoud is totaal niet gereageerd. Mij werd verteld dat de brief verscheurd de prullenbak in was gegaan. Mijn vader liep weg, ik huilde, mijn broer siste dat ik gek was en zelf wel wist wat ik had want ik studeerde ervoor en mijn moeder zat als een dood en verslagen vogeltje aan tafel. Alsof ik haar eigenhandig vermoord had.

Ik voelde me net als de brief, verscheurd en weggegooid. Ik bleek het bij het juiste eind te hebben want jaren later vertelde mijn broer mij op dat moment zus-af verklaard te hebben. Ik was de scapegoat van de familie, zonder dit te weten.

Hoe het direct daarna ging weet ik niet meer. Wel weet ik dat ik nog steeds ieder weekend thuis moest komen, deze weekenden bol van de spanningen stonden en ik de oplossing vond in mijn stagejaar. De onregelmatige diensten waren het excuus om niet ieder weekend thuis te kunnen komen waardoor mijn vader voor het eerst geld overmaakte via de bank en ik gelijk een half jaar wegbleef. Over de brief is uiteraard nooit meer gesproken. Ik leerde later begrijpen waar ik in opgevoed was. Die puzzel leggen heeft jarenlang geduurd. Ondanks de studie en jarenlange therapieën viel het woord narcisme nooit. Ik was gek en wist zelf wel wat ik had…. Toch? Ik ben tot lang de ‘zwakke’ schakel in het gezin gebleven. Nu weet ik hoe bedreigend ik geweest moet zijn voor het systeem. Dit moest ,ten kosten van mij, de kop in worden gedrukt.

Ik snap het nu. Het is pijnlijk. Met name de boeken van Iris gaven mij de erkenning die ik zo verdiende. Jarenlang streed ik zonder enige ruggensteun. Kreeg ik de rol van dader in plaats van slachtoffer. Wat ik mijn moeder allemaal wel niet aandeed.

Mijn broer vertrok ruim dertig jaar geleden naar de andere kant van de wereld. Toen hij zelf kinderen kreeg ontdekte hij pas dat er iets niet klopte in zijn jeugd. De relatie met mij ouders is altijd ingewikkeld gebleven met pauzes van jaren tussendoor. Toen mijn moeder zich terugtrok in haar dementie werd het pas echt gevaarlijk voor haar. Je verlaat een narcist niet. Ook niet in deze onmenselijke ziekte. Ik kon haar niet aan haar lot overlaten. Ik verscheen weer regelmatig op het toneel. Op het einde wekelijks en helemaal op het einde dagelijks tot ze overleed. Dat ik haar plek niet in wilde nemen bracht mijn vader tot razernij wat contact verder onmogelijk maakte. Mei afgelopen jaar, is hier met zijn dood een einde aan gekomen.

Het opruimen van het huis bracht mij terug naar mijn jeugd. Ook naar de goede momenten. De rouw om mijn moeder had vijf jaar stil gestaan en kwam in alle hevigheid op gang. Maar ook keken grootouders mij aan vanaf het mooie zwart witte bariet papier. Grootouders in de leeftijd van mijn dochters nu. Ach oma, wat staat je nog te wachten. Je gaat een kind verliezen en vervangt deze met mijn vader. Jij gaat de oorlog nog in. Er valt niets goed te praten. Maar soms komt alles in perspectief te staan.

Mijn ouders gooiden nooit wat weg. Ben niet gelogen door wel 10.000 dia’s gegaan. Leuk zo’n vader met fotografie als passie. Na drie weken intensief opruimen was ik er klaar mee. De dozen brieven en foto’s die ik heb meegenomen mogen anderen uitzoeken. Mijn volwassen dochter ging er direct mee aan de slag; haar eigen geschiedenis en de mijne…
‘Mama… ik heb hier een brief… hij is van jou…’

Den Haag 25-2-1986

Beste pa en ma,

Jullie zullen wel verbaasd zijn opeens een brief van mij te krijgen maar ik wil jullie zo graag vertellen wat me zo dwars zit wat ik niet ‘face to face’ durf.

In de weekenden voel ik me niet meer op mijn gemak. Ik heb het idee dat, en dan bedoel ik vooral pa, er alleen nog maar negatieve dingen over mij gezegd kunnen worden. Ruzies die nergens op gebaseerd zijn. Wat is er nou!!

Ik heb zo gehoopt dat je me als volwassene zou gaan zien, vooral nu ik op kamers zit en alles goed gaat. Maar uit je reacties blijkt alles behalve. Je hebt 2 x tegen me gezegd dat je geen vertrouwen in me hebt en dat is niet in mijn koude kleren gaan zitten. Zoiets zeg je niet zomaar. Maar waarom heb je dat vertrouwen niet? Ik snap het niet. Zeg me dan wat je dwars zit.

Vrijdag zie ik er tegenop om thuis te komen en zondagavond ben ik chagrijnig. Dat houd ik niet langer vol. Ik wil graag mijn eigen leven leiden en gewoon gezellig met jullie omgaan. Waarom kan dat laatste niet. Ik merk dat er wat aan de hand is en dat is al een hele tijd zo maar de laatste tijd is het wel heel erg.

Ik voel me ook zo alleen omdat jij, ma, het eigenlijk niet wil zien of echt niet ziet. Ik ben toch niet de enige die het merkt. Het is zo jammer want het hoeft toch niet. Ik wil graag mijn eigen weg in vooral omdat ik daar nu ook oud genoeg voor ben.

Ik hoop dat er nu eens een einde komt aan deze gespannen situatie. Laten we ophouden met verstoppertje spelen. Ik denk dat ik in de toekomst niet ieder weekend thuis zal komen zodat we er allemaal eens rustig over na kunnen denken en het eens goed uitpraten. Het klinkt misschien hard, maar zo bedoel ik het niet. Het is voor mij gewoon goed om eens niet ieder weekend thuis te komen zodat mijn houding ook wat ontspannender wordt. En ik hoop dat jullie in gaan zien dat ik zo langzamerhand volwassen ben en fouten blijf maken. Want ‘foutloos’ staat bij mij niet voor volwassenheid. Mijn broer is nu eenmaal makkelijker hierin maar ik heb deze manier nodig. Ik hoop dat jullie dat accepteren en we er nu eens echt over praten.

Tot vrijdag,
Heidi

56 gedachten aan “De brief die nooit is weggegooid”

  1. Beste Heidi,

    Dit had ik kunnen schrijven. Zoveel herkenning en zo vaak geprobeerd het in een brief naar mijn ouders uit te leggen. Maar helaas zonder positieve uitkomst. Inmiddels weet ik dat een narcist dit niet kan inzien. Neem het mijn vader daarom niet (meer) kwalijk. En mijn moeder? Die heeft zo haar eigen keuzes gemaakt.
    Ik heb ze moeten loslaten. Maar verlies bij leven is misschien nog wel moeilijker dan verlies bij door dood.

    Bedankt voor het delen,
    Groet Dinto

    1. Alsof je mijn verhaal hebt neergeschreven. Alles klopt, een studie die alleen kon als ik op kamers ging, geen geld krijgen tijdens studies, bij mij zelfs psychische bedreigingen nadat ik mijn moeder overtuigd had een advocaat te nemen voor een echtscheiding. En nu 2 weken na mijn vaders dood nog steeds onbegrip van mijn broer en zus omdat ik het afscheid van mijn vader anders zag dan zij. Ik heb net niet hoera gezegd maar wel oef! Hoe durf ik….

      1. Beste Vandeputte,

        Bizar hoe onze verhalen allemaal op elkaar lijken. Bij het doorwerken van de boeken van Iris dacht ik ook steeds… hoe kan zij nou weten hoe dat bij mij thuis ging…
        Ik zie het in mijn werk met jongeren ook zo veel. Ik ruik het al bij de voordeur! Gelukkig kan ik ze nu goed opvangen en ze ‘zien’ al sta je nog vaak machteloos. En ja, de dood geeft een stuk opluchting maar helaas zijn we er dan nog niet. Broers, zussen, trauma…
        Gelukkig lukt het velen van ons wel een waardevol leven op te bouwen.
        Bedankt voor je reactie

  2. Beste Dinto,

    Bedankt voor je reactie. Ja verlies bij leven is ingewikkelder. Bij mij waren dat steeds periodes. Toch was er altijd wel weer een reden voor contact, waarin ik altijd weer verwond werd. Ik kan en kon het niet zoals ik in de reacties zoveel lees om helemaal geen contact meer te hebben. Zou wellicht we het beste zijn.
    Sterkte met alles.

  3. lieve Heidi. ik had geen pa, alleen een narcistische moeder, met een alcoholprobleem. En ow wat herkenbaar is jouw verhaal. Ik was de zondebok thuis sinds heugenis. Ik ben letterlijk uit huis gevlucht sinds m’n 17e. Nadat m’n moeder me keihard uitlachtte dat ik op mijn werken was aangenomen op de kunstacademie. Dit had mijn mentor geregeld omdat ze door had dat het thuis loos was en ze hoogte dat door druk te zetten via school (gesprek met mentor decaan én directeur van de Havo destijds) IN het gesprek kletste ze mee met de leraren. Maar ik stond nog niet buiten of ze hield me duidelijk voor dat ik daar niet geschikt voor was en dat ik het wel kon vergeten. Zo heeft ze alle studies die ik wilde doen in de kiem gesmoord. Dat was voor mij de druppel waardoor ik echt ben weggevlucht van huis. Ik belandde op straat. en in handen van een mensenhandelaar. Na 8 jaar wist ik uit zijn handen te komen door zwanger te raken. Mijn dochter werd meervoudig gehandicapt geboren en stopte meerdere keren met ademen door epilepsie, mijn moeder zei recht in mijn gezicht: Wat doe jij toch allemaal met dat kind?! Achter mijn rug om belde ze het ziekenhuis en durfde zelfs daar te melden dat ik niet voor mijn kind kon zorgen. Godzijdank zag het ziekenhuis in dat mijn dochter ernstig ziekenhuis was en hielden mijn moeder op Afstand door haar idiots gedrag. Ik ben 30 jaar bezig geweest me los te weken van haar en heb het contact verbroken uiteindelijk. Ik ging kapot van schuldgevoelens hierover. Besef me nu dat die schuldgevoelens veroorzaakt werden door haar claimerige altijd beter wetende karakteristiek. nooit was het goed genoeg. maar net wat je al zegt: Naar buiten bracht ze een heel ander beeld. Waardoor mensen haar alle aandacht gaven want arme oma met een Gehandicapt kleinkind. Mijn dochter lag 9 maand in het ziekenhuis. mijn moeder Kwam zeggen 1x en verwachtte ook nog dat ik mijn kind alleen op zaal liet om haar van de parkeerplaats te begeleiding naar de afdeling waar m’n dochter lag. Ze is er niet meer, m’n moeder. Ze stierf eenzaam zonder mensen aan haar sterfbed of doodskist. Iedereen was toen inmiddels al ver bij haar uit de buurt gegaan, want door haar alcoholmisbruik werd steeds meer mensen duidelijk hoe mijn moeder was. Het heeft me serieus heel lang gekost om toe te geven dat dat eigenlijk een opluchting was dat ze dood is. Eindelijk geen oordeel meer. Eindelijk mijn eigen leven zonder schuldgevoelens. Of ik haar mis? Geen moment. En nog betrap ik mezelf op een onuitgesproken woede om het waarom. Ze heeft Mij en mijn zusje haar leven volledig verpest.

    1. Beste Jacqueline,

      Bedankt voor je reactie. Heftig verhaal. Daar word ik wel even stil van. Heel veel sterkte! Je bent een sterke vrouw, al zo ver gekomen. Respect.

Geef een reactie

Alleen de voornaam of een pseudoniem wordt bij plaatsing gebruikt. Het e-mailadres wordt niet getoond in de reacties.

Bij het plaatsen van een reactie ga je akkoord met de richtlijnen. Op basis hiervan worden de berichten ook gemodereerd. Het kan daardoor enige tijd duren voor je reactie zichtbaar is op de website. Stichting Het Verdwenen Zelf behoudt zich het recht voor om reacties aan te passen of niet te plaatsen.