Dit is een gastcolumn van Janneke
‘Vorige keer heeft hij me teruggehaald, me gezegd dat hij me altijd weet te vinden. Dat er toch niemand is die mij gelooft.’
‘En toen?’
‘Toen is mijn leven doorgegaan. Eenzaam. Ongelukkig. Ik wist alleen niet waarom.’
Sophie sjokt het laatste stuk door de kwelder. De huurfiets heeft ze bij het baken achter gelaten. De scholeksters doen hun krijgsdans en zelfs haar lievelingsgeluid, het geklok van de wulp, is te horen. Het geluid neemt de kortste weg tot haar ziel. Zelfs nu, nu ze zich nauwelijks bewust is van haar omgeving, wekken de wadvogels haar weer tot leven.
De korte roep van de tureluur, Sophie fluit gewoontegetrouw terug. Als er een groep ganzen opvliegt, vertraagt ze haar pas. Er passeert een slechtvalk op rooftocht. Dan toch de kijker maar even pakken. Waarom heeft ze die eigenlijk meegesleept? Met de rugzak aan haar voeten speurt Sophie de kwelder af. De slechtvalk neemt een duik en haar beeld blijft hangen bij een blokkendoos op het verlaten wad. Een hut? Een vogelkijkhut? Zo’n eind uit de kust?
Sophie kijkt schichtig om zich heen, stopt de kijker weg en stroopt haar broek op. Dat was toch al het plan. Ze laat haar sandalen staan en loopt over het zeekraal tot aan de slikrand. Voorzichtig stapt ze de slenk in. Het is opkomend tij. Een goed moment voor de hut.
Daarna ziet ze wel verder. Lees verder “Wanhoop op het wad”